Inhoudsopgave
Advertenties
8
Inbedrijfname
8.1
Voorbereidende werkzaamheden
8.2
Fabrieksinstelling
8.3
Draairichting motor
8.4
Motorbeveiliging
8.5
Signaalgever en optionele modules
9
Uitbedrijfname
9.1
Personeelskwalificatie
9.2
Plichten van de gebruiker
Inbouw- en bedieningsvoorschriften • Wilo-Control SC2.0-Booster • Ed.01/2023-09
GEVAAR
Levensgevaar door elektrische stroom!
Het niet juist handelen bij werkzaamheden aan elektrische installaties
kan overlijden door een elektrische schok tot gevolg hebben!
• Werkzaamheden aan elektrische installaties moeten conform lokale
voorschriften en door een elektromonteur worden uitgevoerd.
• Wanneer het product van het elektriciteitsnet wordt losgekoppeld,
moet het product worden beveiligd tegen herinschakelen.
GEVAAR
Levensgevaar door ondeskundige inbedrijfname!
Bij ondeskundige inbedrijfname bestaat levensgevaar.
• Laat inbedrijfname alleen door gekwalificeerd personeel uitvoeren.
Wij adviseren de inbedrijfname te laten uitvoeren door de Wilo-klantenservice.
1.
Voor de eerste keer inschakelen moet de lokale bedrading worden gecontroleerd op
correcte uitvoering, vooral wat betreft de aarding.
2.
Controleer vóór de inbedrijfname alle klemmen en haal ze indien nodig aan.
3.
Voer naast de hier beschreven werkzaamheden de inbedrijfname volgens de inbouw-
en bedieningsvoorschriften van de gehele installatie (drukverhogingsinstallatie) uit.
Het regelsysteem is af fabriek ingesteld.
•
Neem contact op met de Wilo-klantenservice als de fabrieksinstelling moet worden her-
steld.
•
Schakel elke pomp in de bedrijfssituatie "Handbedrijf" even in en controleer of de draai-
richting van de pomp bij netbedrijf overeenkomt met de pijl op het pomphuis.
•
Bij een onjuiste draairichting van alle pompen bij netbedrijf moeten 2 willekeurige fasen
van de hoofdnetleiding worden omgewisseld.
Regelsysteem voor pompen met constant toerental (uitvoering SC)
•
Bij een verkeerde draairichting van maar 1 pomp bij netbedrijf moeten bij motoren in de
directe start 2 willekeurige fasen in de motorklemmenkast worden omgewisseld.
•
Bij een verkeerde draairichting van maar 1 pomp bij netbedrijf moeten bij motoren in de
sterdriehoekinschakeling 4 aansluitingen in de motorklemmenkast worden omgewis-
seld. Verwissel van 2 fasen het begin en het einde van de wikkeling (bijv. V1 door V2 en
W1 door W2).
•
WSK/PTC: Bij de beveiliging tegen overtemperatuur is geen instelling vereist.
•
Overstroom: zie hoofdstuk Motorbeveiliging [" 18]
•
Neem voor signaalgevers en optionele extra modules de inbouw- en bedieningsvoor-
schriften ervan in acht.
•
Elektrische werkzaamheden: opgeleide elektromonteur
Persoon met een geschikte vakopleiding, kennis en ervaring om de gevaren van elektri-
citeit te herkennen en te voorkomen.
•
Installatie-/demontagewerkzaamheden: opgeleide elektromonteur
Kennis van gereedschappen en bevestigingsmaterialen voor verschillende structuren
•
Neem de lokaal geldende voorschriften voor ongevallenpreventie en veiligheid van de
beroepsverenigingen in acht.
•
Er moet voor de vereiste opleiding van het personeel voor de aangegeven werkzaamhe-
den worden gezorgd.
•
Het personeel moet over de werking van de installatie worden geïnstrueerd.
•
Bij werkzaamheden in gesloten ruimtes moet voor de veiligheid een tweede persoon
aanwezig zijn.
nl
51
Advertenties
Inhoudsopgave
