Ga voor meer informatie over het gebruik van de USB-aansluiting voor diagnose op uw computer, het
ontcijferen van de foutcodes of het gebruik van de toepassing Lenovo Workstation Diagnostics naar:
http://www.thinkworkstationsoftware.com/diags
De diagnosefunctie voor de hardware is standaard ingeschakeld op uw computer. Om de functie uit te
schakelen, doet u het volgende:
1. Start het programma Setup Utility. Raadpleeg 'Het programma Setup Utility starten' op pagina 37.
2. In het hoofdmenu van het programma Setup Utility selecteert u Advanced ➙ Diagnostics en drukt
u op Enter.
3. Selecteer Real-time Diagnostics Monitoring en druk op Enter. Selecteer vervolgens Disabled
en druk op Enter.
4. Druk op F10 om de wijzigingen op te slaan en het programma Setup Utility af te sluiten.
Informatie over systeemherstel
In dit gedeelte vindt u instructies over de manier waarop u uw besturingssysteem kunt herstellen.
Opmerking: Als een apparaat niet normaal werkt na het herstellen van het besturingssysteem, werkt u het
stuurprogramma bij. Raadpleeg 'Uw computer up-to-date houden' op pagina 28.
Informatie over systeemherstel voor Windows 7
Om het Windows 7-besturingssysteem te herstellen, doet u het volgende:
• Gebruik de hersteloplossingen van Windows.
– Gebruik Systeemherstel om de systeembestanden en instellingen op een eerder punt te herstellen.
1. Klik op de knop Start om het menu Start te openen.
2. Klik op Configuratiescherm. Bekijk Configuratiescherm met grote of kleine pictogrammen en klik
vervolgens op Herstel ➙ Systeemherstel starten.
3. Volg de aanwijzingen op het scherm.
– Gebruik de Windows-herstelomgeving op een van de volgende manieren:
– Na enkele achtereenvolgende mislukte pogingen om op te starten, is het mogelijk dat de
herstelomgeving van Windows automatisch wordt gestart. Kies de juiste hersteloplossing volgens
de instructies op het scherm.
– Zet de computer aan of start opnieuw op. Druk herhaaldelijk op de toets F8 totdat het venster
Geavanceerde opstartopties wordt weergegeven. Selecteer Uw computer herstellen, druk op
Enter en volg de instructies op het scherm om de gewenste hersteloplossing te kiezen.
Opmerking: Bij sommige toetsenborden moet u mogelijk op Fn+F8 drukken om het venster
Geavanceerde opstartopties te openen.
• Gebruik het programma Rescue and Recovery om het opslagstation vanuit een back-up te herstellen,
of herstel de fabrieksinstellingen van station C.
Opmerkingen:
– Afhankelijk van uw computermodel is het programma Rescue and Recovery mogelijk niet beschikbaar,
tenzij u het in een eerder stadium handmatig hebt geïnstalleerd.
– Als u het programma Rescue and Recovery gebruikt om het opslagstation vanuit een back-up te
herstellen, zorg er dan voor dat u in een eerder stadium met het programma een back-up van uw
gegevens gemaakt hebt.
Gebruik het programma Rescue and Recovery als volgt:
.
Hoofdstuk 6
Diagnose, probleemoplossing en herstel
61