Advertenties
6. Voer de volgende stappen uit om de vier schroeven los te draaien waarmee de module met het
koelelement en de ventilator op de systeemplaat is bevestigd:
a. Verwijder eerst gedeeltelijk schroef
schroef
1
volledig.
b. Verwijder eerst gedeeltelijk schroef
3
schroef
volledig.
Opmerking: Verwijder de vier schroeven voorzichtig uit de systeemplaat om mogelijke schade aan
de systeemplaat te voorkomen. De vier schroeven kunnen niet uit het koelvinblok en de ventilator
worden verwijderd.
Figuur 103. De module met koelvinblok en ventilator verwijderen
7. Haal de defecte module met het koelvinblok en de ventilator van de systeemplaat.
Opmerkingen:
• Het kan nodig zijn de module met koelvinblok en ventilator voorzichtig te draaien om hem los te
maken van de microprocessor.
• Raak het thermische vet op de module met koelelement en ventilator niet aan.
8. Plaats het nieuwe koelvinblok en de nieuwe ventilatoreenheden op de systeemplaat om deze te
installeren. Controleer of de vier schroeven op één lijn liggen met de gaten in de systeemplaat.
Opmerking: Plaats de nieuwe koelvinblok- en ventilatoreenheid zodanig dat de kabel van deze eenheid
zich aan de kant van de aansluiting voor de koelvinblok- en ventilatoreenheid op de systeemplaat
bevindt.
9. Voer de volgende stappen uit om de vier schroeven vast te draaien waarmee de nieuwe module met het
koelelement en de ventilator is bevestigd. Draai de schroeven niet te vast aan.
a. Draai eerst schroef
1
volledig vast.
b. Draai eerst schroef
3
volledig vast.
1
, verwijder dan schroef
3
, verwijder dan volledig schroef
1
gedeeltelijk vast, draai dan schroef
3
gedeeltelijk vast, draai dan schroef
2
volledig en verwijder ten slotte
4
en verwijder ten slotte
2
volledig vast en draai ten slotte schroef
4
volledig vast en draai ten slotte schroef
.
Hoofdstuk 7
Hardware installeren en vervangen
131
Advertenties
