Als u een permanent opstartapparaat wilt selecteren, selecteert u Enter Setup in Boot Menu en drukt u op
Enter om het programma Setup Utility te openen. Meer informatie over het selecteren van een permanent
opstartapparaat vindt u in 'De opstartvolgorde van apparaten permanent wijzigen' op pagina 42.
Setup Utility afsluiten
Ga als volgt te werk om het programma Setup Utility af te sluiten:
• Als u de nieuwe instellingen wilt opslaan, drukt u op de F10-toets. Selecteer vervolgens Yes in het
weergegeven venster en druk op Enter.
Opmerking: Bij sommige toetsenborden moet u mogelijk op Fn+F10 drukken om het programma Setup
Utility af te sluiten.
• Als u de nieuwe instellingen niet wilt opslaan, selecteert u Exit ➙ Discard Changes and Exit en drukt u
op Enter. Selecteer vervolgens Yes in het weergegeven venster en druk op Enter.
Het BIOS bijwerken en herstellen
Het BIOS is het eerste programma dat de computer uitvoert wanneer u de computer aanzet. Het BIOS
initialiseert de hardwarecomponenten en laadt het besturingssysteem en andere programma's.
Het BIOS bijwerken
Als u een nieuw programma, hardwareapparaat of stuurprogramma installeert, krijgt u mogelijk te horen
dat u het BIOS moet bijwerken. U kunt het BIOS vanaf uw besturingssysteem of een flashupdate-schijf
(alleen beschikbaar op bepaalde modellen) bijwerken.
Ga als volgt te werk om het BIOS bij te werken:
1. Ga naar http://www.lenovo.com/support.
2. Om het BIOS vanuit het besturingssysteem bij te werken, downloadt u het stuurprogramma van
de BIOS-flashupdate voor de versie van uw besturingssysteem. Om het BIOS bij te werken vanaf
een flashupdateschijf, downloadt u de ISO-imageversie (die wordt gebruikt om een flashupdateschijf
te maken). Download vervolgens de installatie-instructies voor het stuurprogramma van de
BIOS-flashupdate.
3. Druk de gedownloade installatie-instructies af en volg de instructies voor het bijwerken van het BIOS.
Opmerking: Als u het BIOS vanaf een flashupdate-schijf wilt bijwerken, is het mogelijk dat de
installatie-instructies geen informatie over het opnemen van de updateschijf bevat. Zie 'Een schijf opnemen'
op pagina 20.
Herstellen van een BIOS-bijwerkfout
Ga als volgt te werk om update-fouten in BIOS te herstellen:
1. Verwijder alle media uit de stations en schakel alle aangesloten apparatuur uit en zet vervolgens de
computer uit. Haal vervolgens alle stekkers uit het stopcontact en ontkoppel alle kabels die op de
computer zijn aangesloten.
2. Verwijder de kap van de computer. Zie Hoofdstuk 7 'Hardware installeren en vervangen' op pagina 65.
3. Zoek de jumper voor Wissen van CMOS/Herstel op de systeemplaat. Zie 'Hardwarelocaties' op pagina 1.
4. Verwijder alle onderdelen en kabels om bij de jumper voor Wissen van CMOS/Herstel te kunnen komen.
5. Verzet de jumper van de standaardpositie (pennetje 1 en 2) naar de onderhoudspositie (pennetje 2 en 3).
6. Installeer de verwijderde onderdelen en kabels opnieuw.
7. Breng de kap van de computer weer aan en sluit kabels die u hebt losgekoppeld, weer aan. Zie
Hoofdstuk 7 'Hardware installeren en vervangen' op pagina 65.
.
Hoofdstuk 5
Geavanceerde configuratie
43