Het diagnoseprogramma wordt gebruikt voor het testen van de hardwarecomponenten van de computer.
Het diagnoseprogramma kan ook worden gebruikt voor het melden van door het besturingssysteem
geregelde instellingen die de werking van uw computer kunnen verstoren.
Lenovo Solution Center
Het programma Lenovo Solution Center is het diagnoseprogramma dat vooraf op uw computer geïnstalleerd
is. U gebruikt het programma voor het opsporen en oplossen van problemen met uw computer. Met het
programma kunt u diagnosetests uitvoeren, systeeminformatie verzamelen, de beveiligingsstatus controleren
en ondersteuningsinformatie bekijken. Het bevat ook tips en adviezen voor maximale systeemprestaties.
Raadpleeg 'Een programma op uw computer openen' op pagina 16 als u het programma Lenovo Solution
Center wilt openen. Raadpleeg het Help-systeem van het programma voor meer informatie over het
gebruik van het programma.
Als u het probleem niet zelf kunt opsporen en verhelpen nadat u het programma Lenovo Solution Center hebt
uitgevoerd, slaat u de logboekgegevens op die door dit programma zijn gemaakt en drukt u deze gegevens
af. U hebt deze logboeken mogelijk nodig tijdens uw onderhoud met de servicetechnicus van Lenovo.
Hardwarediagnose
Uw computer ondersteunt de functie hardwarediagnose. Met deze functie kan uw computer bepaalde
hardwarecomponenten in real-time volgen om potentiële problemen te vinden die mogelijk niet gemakkelijk
tijdens normaal gebruiken kunnen worden gevonden. Als de computer een probleem of fout detecteert,
wordt op het viercijferige diagnosebeeldscherm aan de voorzijde van de computer een tekst en een
numerieke foutcode weergegeven. Raadpleeg 'Voorkant' op pagina 2.
Voor informatie over het probleem of de fout, doet u het volgende:
1. Sluit een van de volgende apparaten aan op de USB-aansluiting voor diagnose aan de voorzijde van de
computer:
• Een USB-sleutel
TM
• Een Android
-apparaat met de geïnstalleerde toepassing Lenovo Workstation Diagnostics
Raadpleeg 'Voorkant' op pagina 2.
2. Wacht ongeveer 10 tot 15 seconden om de diagnosegegevens van de computer naar het USB-apparaat
te brengen. Tijdens de gegevensoverdracht wordt op het viercijferige diagnosebeeldscherm
'Bestand kopiëren' weergegeven. Als de gegevensoverdracht is voltooid, wordt op het viercijferige
diagnosebeeldscherm 'Bestand gekopieerd' weergegeven.
Opmerking: Er zijn alleen diagnosegegevens beschikbaar voor overdracht via de USB-aansluiting als er
tekst en een numerieke code op het viercijferige diagnosebeeldscherm worden weergegeven. Onder
normale omstandigheden werkt de USB-aansluiting voor diagnose als standaard USB 3.0-aansluiting.
3. Afhankelijk van de vraag of u een USB-sleutel of een Android-apparaat (bijvoorbeeld een smartphone)
gebruikt, doet u het volgende:
• Als u een USB-sleutel gebruikt, gaat u naar http://support.lenovo.com/workstation_diagnostics voor
informatie over hoe u de foutgegevens op de USB-sleutel leest.
• Als u een Android-apparaat met de toepassing Lenovo Workstation Diagnostics gebruikt, opent de
toepassing voor meer informatie over de fout. Ga voor meer informatie over de toepassing Lenovo
Workstation Diagnostics naar:
http://www.thinkworkstationsoftware.com/diags
60
ThinkStation P910 Gebruikershandleiding