Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

Naslagwerk
Mixing Console

Partinstellingen

De uitleggingen hier zijn van toepassing op stap 5 van de Basisprocedure op pagina 179. De parameters, die hieronder worden
uitgelegd, kunnen worden ingesteld in de displaypagina's die in stap 2 van de Basisprocedure op pagina 179 worden opgeroepen.
VOL/VOICE paginaparameters
SONG AUTO REVOICE Zie pagina 181.
VOICE
PANPOT
VOLUME
FILTER paginaparameters
HARMONIC
CONTENT
BRIGHTNESS
TUNE paginaparameters
PORTAMENTO TIME
PITCH BEND RANGE
OCTAVE
TUNING
TRANSPOSE
(transponeren)
EFFECT paginaparameters
TYPE
REVERB
CHORUS
DSP
EQ paginaparameters
TYPE
EDIT
EQ HIGH
EQ LOW
180
Tyros2 gebruikershandleiding
Roept de VOICE display op, van waaruit u de gewenste voice voor iedere
part kunt selecteren. Als de Stijlkanalen zijn opgeroepen in stap 3 van de
Basisprocedure op pagina 179 kunnen er noch Organ Flutes Voices noch
User voices worden geselecteerd. Als de songkanalen worden
opgeroepen in stap 3 van de Basisprocedure op pagina 179, kunnen
User voices niet worden geselecteerd. Merk alstublieft op dat de voice
van de Multi Pad niet kan worden gewijzigd via de Mixing Console.
Hiermee wordt de stereopositie bepaald van het geselecteerde gedeelte
(kanaal). De instelling 0 zet het geluid uiterst links, terwijl 64 het midden
is en 127 uiterst rechts.
Hiermee wordt het niveau bepaald van elk gedeelte of kanaal, zodat u de
balans tussen alle gedeelten nauwkeurig kunt regelen.
Hiermee kunt u het resonantie-effect (pagina 92) voor elk gedeelte
aanpassen.
Bepaalt de helderheid van het geluid voor elk gedeelte door de
afsnijfrequentie aan te passen (92).
Portamento is een functie die een geleidelijke overgang in toonhoogte
creëert van de noot die het eerst wordt gespeeld op het toetsenbord naar
de volgende. De Portamento-tijd bepaalt de overgangstijd van de
toonhoogte. Hogere waarden resulteren in een langere
toonhoogtewijzigingstijd. De instelling '0' resulteert in geen effect.
Deze parameter is beschikbaar wanneer het geselecteerde
toetsenbordgedeelte is ingesteld op Mono (pagina 87).
Bepaalt het bereik van het PITCH BEND-wiel voor elke toetsenbordpart.
Het bereik is van '0' tot '12' waarbij elke stap overeenkomt met één
halve noot.
Bepaalt het bereik van de toonhoogtewijziging in octaven, tot twee
octaven omhoog of omlaag, voor elk toetsenbordpart. De hier ingestelde
waarde wordt toegevoegd aan de instelling via de knop [OCTAVE].
Hiermee wordt de toonhoogte bepaald van elk toetsenbordgedeelte.
Maakt het mogelijk de toonhoogte omhoog of omlaag te transponeren in
stappen van halve noten. Als hier 'MASTER' wordt ingesteld, wordt het
totale geluid van het instrument getransponeerd, terwijl bij 'SONG' het
songafspelen wordt getransponeerd en bij 'KEYBOARD' de
toetsenbordtoonhoogte, alsook dat van het stijlafspelen en de Multi Pads
(aangezien deze ook worden beïnvloed door het toetsenbordspel in het
linkerhandgedeelte).
Pagina 183
Past het Reverb zendniveau (pagina 182) aan voor elke part of kanaal.
Past het Chorus zendniveau (pagina 182) aan voor elke part of kanaal.
Past het DSP Effect Dry/Wetniveau aan voor elke part of kanaal.
Pagina 184
Pagina 184
Hiermee wordt de middenfrequentie bepaald van de hoge EQ-band die
wordt verzwakt/versterkt voor elk gedeelte.
Hiermee wordt de middenfrequentie bepaald van de lage EQ-band die
wordt verzwakt/versterkt voor elk gedeelte.
OPMERKING
• Het [RHY1] kanaal in de STYLE
PART display kan worden
toegewezen aan elke voice met
uitzondering van de Organ
Flutes voice.
• Als GM-songdata worden
afgespeeld, kan kanaal 10 (in de
display SONG CH 9 -16) alleen
worden gebruikt voor een Drum
Kit-voice.
• Als de ritme/percussie voices
(drum kits, enz.) van de stijl en
song via de VOICE parameter
worden veranderd, worden de
gedetailleerde instellingen
gerelateerd aan de drum voice
gereset en in enkele gevallen kan
het onmogelijk zijn het originele
geluid terug te roepen. In het geval
van het afspelen van een song,
kun u het originele geluid
terugroepen door terug te gaan
naar het begin van de song en af
te spelen vanaf dat punt. In het
geval van het spelen van een stijl,
kunt u het originele geluid
terugroepen door dezelfde stijl
opnieuw te selecteren.
OPMERKING
• Zoals hier links beschreven zijn er,
in aanvulling op de Master
Transpose instelling, nog twee
extra transponeerregelingen:
Keyboard Transpose en Song
Transpose. Deze kunnen worden
gebruikt om zowel de song als het
toetsenbord aan een bepaalde
toonsoort aan te passen. Laten
we bijvoorbeeld zeggen dat u
zowel wilt meespelen als
meezingen met een bepaalde
opgenomen song. De songdata
staan in F, maar u voelt zich het
best thuis bij het zingen in D,
en u bent gewend het toetsenbord
te bespelen in C. Zet om dit te
bereiken Master Transpose op '0',
Keyboard Transpose op '2' en
Song Transpose op '-3'. Hierdoor
gaat de toonhoogte van de
toetsen omhoog en dat van de
songdata omlaag, precies
aangepast aan het bereik
van uw stem.

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave