Regelaar
Parameters ingesteld in de display, opgeroepen door het selecteren van 'CONTROLLER' in stap 2 van de Basisprocedure op
pagina 187, worden hier uitgelegd. Deze display laat u de instellingen maken voor de regelaars (controllers) waarmee de Tyros2
is uitgerust (inclusief het toetsenbord, modulatiewiel, Pitch Bendwiel) en die zijn aangesloten op de Tyros2 (inclusief de
voetschakelaar en voetregelaar).
I FOOT PEDAL (voetpedaal)
Via de [FUNCTION] → CONTROLLER → FOOT PEDAL display, kunt u één van de verscheidene
functies toewijzen aan elke voetpedaal (voetschakelaar of voetregelaar) aangesloten op de Tyros2.
Voetschakelaar
Voetschakelaar
FC4 (optioneel)
FC5 (optioneel)
Functies die kunnen worden toegewezen aan het pedaal (voetschakelaar, voetregelaar)
VOLUME*
SUSTAIN
SOSTENUTO
SOFT
GLIDE
PORTAMENTO
Totaal (global) en andere belangrijke instellingen maken — Functie
...................................................................................................
Bepaalt het specifieke pedaal
waaraan een functie moet
worden toegewezen.
Bepaalt de functie die moet
worden toegewezen aan het
geselecteerde pedaal.
Voetregelaar FC7
(optioneel)
OPMERKING
• De FC4, FC5 en FC7
kunnen op elk van de drie
aansluitingen worden
aangesloten.
Hiermee kunt u een voetregelaar gebruiken om het volume te regelen. U kunt deze pedaalfunctie aan-
of uitzetten voor elke part in deze display.
Als het pedaal wordt ingedrukt krijgen gespeelde noten een lange sustain. Als het pedaal wordt
losgelaten, worden alle aangehouden noten onmiddellijk gestopt (gedempt). U kunt deze pedaalfunctie
aan- of uitzetten voor elke toetsenbordpart in deze display.
Als u hier op de voetschakelaar trapt en deze vasthoudt, krijgen alle noten sustain.
Als u hier het pedaal indrukt en het ingedrukt houdt, zal alleen de eerste noot sustain krijgen (de noot
die u speelde op het moment dat u het pedaal indrukte). Dit maakt het mogelijk om bijvoorbeeld een
akkoord sustain te geven, terwijl andere gespeelde noten staccato klinken. U kunt deze pedaalfunctie
aan- of uitzetten voor elke toetsenbordpart in deze display.
Als u hier het voetschakelaar indrukt en ingedrukt houdt, zal alleen de eerste noot sustain
krijgen (de noot die u speelde op het moment dat u de voetschakelaar indrukte).
Als u op de voetschakelaar trapt, wordt het soft (zacht) effect toegevoegd aan de via het toetsenbord
gespeelde noten. U kunt deze pedaalfunctie aan- of uitzetten voor elke toetsenbordpart in deze
display.
Als het pedaal wordt ingedrukt, verandert de toonhoogte. Zodra het pedaal wordt losgelaten, gaat de
toonhoogte weer terug naar de normale toonhoogte. De volgende parameters kunnen worden
ingesteld voor deze functie in deze display.
• UP/DOWN – bepaalt of de toonhoogte omhoog gaat of naar beneden
• RANGE – bepaalt het bereik van de toonhoogteverandering, in halve noten
• ON SPEED — bepaalt de snelheid van de toonhoogteverandering wanneer het pedaal wordt ingedrukt
• ON SPEED — bepaalt de snelheid van de toonhoogteverandering wanneer het pedaal wordt losgelaten
• LEFT, RIGHT 1, 2, 3 – zet deze pedaalfunctie aan of uit voor elk van de toetsenbordparts
Het portamento-effect (een geleidelijke overgang tussen de noten) kan worden geproduceerd als het
pedaal wordt ingedrukt. Portamento is hoorbaar wanneer noten legato (gebonden) worden gespeeld
(d.w.z. als de volgende noot wordt gespeeld terwijl de vorige nog heel even wordt vastgehouden).
De portamentotijd kan worden ingesteld via de Mixing Console display. U kunt deze pedaalfunctie
aan- of uitzetten voor elke toetsenbordpart in deze display.
Stel, indien nodig, de aan de
geselecteerde functie gerelateerde
parameters in. Weergegeven parameters
kunnen verschillen, afhankelijk van de
geselecteerde functie.
Tyros2 gebruikershandleiding
Naslagwerk
De werking van Pedaal aan/uit
kan verschillen, afhankelijk
van het specifieke pedaal dat u
op de Tyros2 instrument heeft
aangesloten. Het indrukken
van één pedaal bijvoorbeeld
kan de geselecteerde functie
aanzetten, terwijl het
indrukken van een pedaal van
een ander fabrikaat/merk de
functie uit kan zetten. Gebruik
indien nodig deze instelling om
de werking om te draaien.
189