LAB-1505-09AA: Gebruiksaanwijzing voor CARILLON
UITSLUITEND voor EENMALIG GEBRUIK. Het implantaat, de plaatsingskatheter of de
handvatconstructie niet opnieuw steriliseren of hergebruiken. Opnieuw steriliseren of reinigen
kan de werking van het CARILLON
Hergebruik kan leiden tot breken of vervormen van het implantaat. Hergebruik kan ook het
uitvouwen, terugvangen en de sterkte van de verankering in gevaar brengen. Niet
autoclaveren
Gebruik het product vóór het verstrijken van de uiterste gebruiksdatum die op het etiket wordt
vermeld.
Gebruik bij het hanteren van het CARILLON
Specifieke aanmaningen tot voorzichtigheid voor de selectie van patiënten
Patiënten die gevoelig zijn voor nikkel, titaan of nikkel/titaan (nitinol) kunnen een reactie op
het implantaat krijgen.
De permanente plaatsing van het implantaat kan invloed hebben op toekomstige cardiale
procedures, zoals percutane coronaire interventie of de plaatsing door de coronaire sinus van
een stimulatie-elektrode voor resynchronisatietherapie
wordt geadviseerd na de implantatie drie tot zes (3 - 6) maanden te wachten om het
implantaat volledig te laten inkapselen.
Voor patiënten met een bekende aandoening van het geleidingssysteem, in het bijzonder
blokkade van de linkerbundeltak, moet tijdelijke transveneuze RV-stimulatie worden
overwogen voorafgaand aan de canulering van de coronaire sinus.
Patiënten met een linksdominante of co-dominante kransslagadercirculatie hebben een
grotere kans op acute transiënte kransslagadercompressie tijdens de procedure.
Bij patiënten met significante annulaire calcificatie van de mitralisklep wordt de
mitralisklepregurgitatie waarschijnlijk niet verminderd.
Specifieke aanmaningen tot voorzichtigheid voor de implantatieprocedure
Plaatsing van het implantaat mag uitsluitend worden uitgevoerd in ziekenhuizen waar snel
een spoedeisende cardiale ingreep kan worden verricht.
Canuleer alleen de rechter vena jugularis interna voor het inbrengen van het CARILLON
Mitral Contour System™.
Het distale uiteinde van het distale anker moet op ten minste 9 cm afstand van het ostium
van de coronaire sinus worden geplaatst.
Zorg dat de vena coronaria nauwkeuring wordt opgemeten en het juiste implantaat wordt
gekozen.
Voer het CARILLON
voelt. Bepaal de oorzaak van de weerstand onder fluoroscopie of op een andere manier.
Voer de plaatsingskatheter van 9 Fr altijd op over een katheter met een buitendiameter van
7 Fr, zoals een universele diagnostische angiografiekatheter of een buigbare katheter.
Volg de standaard interventionele cardiologieprotocollen voor anticoagulatie bij het gebruik
van het CARILLON
Buig de handvatconstructie en de plaatsingskatheter tijdens het opvoeren, plaatsen,
uitvouwen en terugvangen van het implantaat zo min mogelijk.
Cardiac Dimensions
Control Copy
®
Mitral Contour System™ negatief beïnvloeden.
®
Mitral Contour System™ niet op en trek het niet terug als u weerstand
®
Mitral Contour System™.
®
, Inc.
®
Mitral Contour System
®
Mitral Contour System™ steriele technieken.
Voor coronaire sinusinterventies
.
ORIGINAL
™
(XE2)
®
Pagina 8 van 23