LAB-1505-09AA: Gebruiksaanwijzing voor CARILLON
Tabel 3.1: Adviezen voor CARILLON
Gemiddelde
diameter van de
vena cordis
magna in het
doelgebied voor
het distale anker
(mm)
3,5 – 3,9
4,0 – 4,4
4,5 – 4,9
5,0 – 5,6
5,7 – 6,3
6,4 – 7,2
7,3 – 7,8
7,9 – 8,4
4. Implantatie van het hulpmiddel
a. Verwijder de draaibare hemostaseklep uit de rechte poort van de 9Fr-plaatsingskatheter
en sluit de mannelijke luer op het distale uiteinde van de cartridge aan op de
plaatsingskatheter (afbeelding 4.1).
Afbeelding 4.1: Cartridge aansluiten op de rechte poort van de plaatsingskatheter
b. Duw het implantaat uit de cartridge en in de plaatsingskatheter door de huls-
/duwerconstructie aan het proximale uiteinde van de cartridge handmatig op te voeren.
Duw in kleine stappen, zodat u de huls-/duwerconstructie niet knikt (afbeelding 4.2). Blijf
de huls-/duwerconstructie opvoeren tot het handvat en de cartridge tegen elkaar liggen.
Cardiac Dimensions
Control Copy
Hoogte (mm)
distale anker (vena
cordis magna)
7
8
9
10
11
12
13
14
®
, Inc.
®
Mitral Contour System
®
XE2-ankermaten
Gemiddelde
diameter van de
coronaire sinus in
het doelgebied voor
het proximale anker
(mm)
6,0 – 6,9
7,0 – 7,9
8,0 – 8,9
9,0 – 10,9
11,0 – 13,5
ORIGINAL
™
(XE2)
Hoogte (mm)
proximale
anker
(coronaire
sinus)
12
14
16
18
20
Pagina 13 van 23