LAB-1505-09AA: Gebruiksaanwijzing voor CARILLON
draait. De spanning op het systeem kan worden gecontroleerd aan de hand van de
locatie van de krimpmof van het proximale anker ten opzichte van de cardiale anatomie.
Afbeelding 5.1 De regelknop draaien om het implantaat terug te vangen
N.B. Indien u significante weerstand voelt bij het terugvangen van een anker, trekt u de
katheter ongeveer 2 cm terug van het anker door de regelknop in de richting van de
zwarte pijl te draaien. Oefen druk uit op de handvatconstructie of de 9Fr-
plaatsingskatheter om de hoek tussen de plaatsingskatheter en het anker recht te
maken. Draai de regelknop vervolgens in de richting van de witte pijl om de
plaatsingskatheter op te voeren om te beginnen met terugvangen van het anker. Zodra
het anker begint in te vouwen, heft u de extra spanning op het systeem op door de
plaatsingskatheter handmatig bij de inbrenghuls op te voeren. Ga vervolgens door met
draaien aan de regelknop om het terugvangen te voltooien.
c. Zodra het hele implantaat zich in de 9Fr-plaatsingskatheter bevindt, maakt u de cartridge
los van de plaatsingskatheter en stabiliseert u de plaatsingskatheter. Trek aan de
handvatconstructie om het implantaat volledig uit de plaatsingskatheter terug te trekken;
de gebruikte plaatsingskatheter blijft in de vena coronaria en biedt als zodanig toegang
tot de vena coronaria. U kunt ook zodra het hele implantaat zich in de plaatsingskatheter
bevindt, de handvatconstructie en de plaatsingkatheter samen door de veneuze
inbrenghuls terugtrekken.
WAARSCHUWING:
WAARSCHUWING:
d. Indien nog een implantatieprocedure is gepland, herhaalt u de procedure met een nieuwe
plaatsingskatheter, handvatconstructie en implantaat. De onderdelen van het
CARILLON
plaatsingskatheter na het terugvangen was achtergelaten in de vena coronaria, gebruikt
Cardiac Dimensions
Control Copy
Als een venogram klinisch significante veneuze
dissectie of perforatie aantoont na het terugvangen,
mag niet nogmaals worden geprobeerd een
implantaat te plaatsen
Als na het terugvangen van het implantaat klinisch
significant gedenudeerd veneus weefsel op een
onderdeel van het CARILLON
System™ wordt aangetroffen, mag niet nogmaals
worden geprobeerd een implantaat te plaatsen.
Controleer de patiënt op pericardiale effusie.
®
Mitral Contour System™ zijn uitsluitend voor eenmalig gebruik. Indien de
®
, Inc.
®
Mitral Contour System
®
Mitral Contour
ORIGINAL
™
(XE2)
Pagina 20 van 23