LAB-1505-09AA: Gebruiksaanwijzing voor CARILLON
Afbeelding 4.7: Niet-vergrendeld
distaal anker
Afbeelding 4.9: Niet-vergrendeld
proximaal anker
iv. Gebruik een echocardiogram om de vermindering van de mitralisklepregurgitatie te
bepalen.
WAARSCHUWING:
Overweeg het implantaat terug te vangen en te verwijderen als de
mitralisklepregurgitatie niet wordt verminderd, als uiteindelijk het implantaat niet in het
beoogde deel van de coronaire sinus is geplaatst of als de vorm van de ankerdraden
ernstig is vervormd (zie stap 5: Implantaat terugvangen).
m. Draai de rode ontgrendelingsbeveiliging in de richting van de pijl om het implantaat van
het plaatsingssysteem te ontkoppelen, en verwijder de beveiliging van het handvat
(afbeelding 4.11). Draai de ontgrendelknop vervolgens in de richting van de
ontkoppelingspijl tot het implantaat geheel los is gekomen van de handvatconstructie
(afbeelding 4.12).
Cardiac Dimensions
Control Copy
Het implantaat kan niet worden teruggevangen met de
handvatconstructie als het eenmaal is ontkoppeld van
de handvatconstructie.
®
, Inc.
®
Mitral Contour System
Afbeelding 4.8: Vergrendeld
distaal anker
Afbeelding 4.10: Vergrendeld
proximaal anker
ORIGINAL
™
(XE2)
Pagina 18 van 23