VOORZICHTIG
Voordat u onderhoudswerkzaamheden aan de
machine verricht of deze afstelt, moet u de motor
afzetten en het sleuteltje uit het contact verwijderen.
Motorolie verversen en filter
vervangen
Ververs de olie en vervang het filter na de eerste 8 bed-
rijfsuren; ververs daarna de olie om de 50 bedrijfsuren
en vervang het oliefilter om de 100 bedrijfsuren.
1.
Verwijder de aftapplug en laat de olie in een
opvangbak lopen. Als er geen olie meer naar
buiten komt, plaatst u de aftapplug terug.
2
Afbeelding 30
1. Aftapplug
2. Oliefilter
2.
Verwijder het oliefilter. Smeer een dun laagje
schone olie op de pakking van het filter.
3.
Draai het filter met de hand vast totdat de
pakking contact maakt met het filtertussenstuk.
Draai het filter vervolgens nog eens een 1/2 tot
3/4 slag. NIET TE VAST AANDRAAIEN.
4.
Vul het carter bij met het olie, zie MOTOROLIE
CONTROLEREN.
5.
U moet de olie op de juiste wijze afvoeren.
Onderhoud van het luchtfilter
U moet het schuimelement van het luchtfilter om de
50 bedrijfsuren een onderhoudsbeurt geven en het
luchtfilterelement om de 100 bedrijfsuren. Het
luchtfilter moet vaker worden gereinigd als de
maaimachine wordt gebruikt in stoffige of vuile
omstandigheden.
1
1.
Maak de sluitklemmen los en verwijder het
luchtfilterdeksel. Reinig het deksel grondig.
1. Luchtfilterdeksel
2.
Maak de vleugelmoer los waarmee de elementen
zijn bevestigd aan het filterhuis.
3.
Als het schuimelement vuil is, moet u dit
verwijderen van het papierelement. Grondig
schoonmaken.
1. Schuimelement
2. Papierelement
A. WAS het schuimelement in een oplossing
van vloeibare zeep en warm water. Knijp het
goed uit om het vuil te verwijderen, zonder
te wringen omdat het schuim dan kan
scheuren.
B. DROOG het element door het te wikkelen
in een schone doek. Knijp in de doek en het
schuimelement om het droog te laten
worden.
29
Afbeelding 31
Afbeelding 32
1
2
1