CONTACTSLOT (Afb. 13)—Sleutel in het slot
steken en rechtsom naar START draaien om de motor
te starten. Zodra de motor aanslaat de sleutel loslaten.
Om de motor te stoppen, de sleutel linksom naar
STOP draaien.
AMPEREMETER (Afb. 13)—De ampèremeter
geeft de stand van de laad- of ontlaadstroom van de
accu aan.
Opm.: Tijdens normaal bedrijf is er weinig of geen
verandering in de meterstand.
VOLTMETER (Afb. 13)—De ampèremeter toont het
voltage van het elektrische systeem.
ZEKERING (Afb. 13)—De 10 A-zekering is
onderdeel van het elektrische circuit.
LEKDETECTORTEST-/LICHTSCHAKELAAR
(Afb. 13)—Vanuit de middenstand de schakelaar naar
achteren zetten om de werking van het
lekdetectoralarm en vertraging te controleren.
Schakelaar naar voren zetten voor inschakelen van
facultatieve koplampen.
UURMETER (Afb. 13)—Geeft het totaal aantal
bedrijfsuren van de machine aan. De uurmeter wordt
gestart telkens wanneer de contactsleutel op ON gezet
wordt.
STOEL-VERSTELHENDEL (Afb. 13)—Bevindt
zich op de linkerzijde van de stoel. Met behulp van
deze hendel kunt u de stoel zo'n tien centimeter naar
voren of naar achteren verstellen.
LOCKOUT-HENDEL MAAIEN (Afb. 14)—
Vergrendelt het maaipedaal, waarmee wordt
voorkomen dat de maai-eenheden per ongeluk kunnen
worden gestart. Om te ontgrendelen trekt u de
lockout-hendel uit, draait u hem met de wijzers van de
klok mee en steekt u het uiteinde in het achterste gat
in de beugel.
VERSNELLINGSHENDEL (Afb.15)—Geeft twee
tractieversnellingen plus een NEUTRAL stand. Men
mag van de ene versnelling naar de andere schakelen
terwijl de machine in beweging is. Hierdoor wordt
geen schade veroorzaakt.
1. Pin lockout-hendel
1. Neutral—Gebruikt voor starten van de motor.
2. Stand 1—Gebruikt voor maaien van gras.
3. Stand 2—Gebruikt voor transport.
Opm.: Als men de machine op achteruit bediend met
de maaieenheden omlaag, worden deze van de
hefarmen af getrokken.
STUURARM VERGRENDELINGSHENDEL
(Afb. 15)—Hendel naar achteren draaien voor
loszetten, dan stuurarm voor meer comfort hoger of
lager zetten. Dan hendel naar voren draaien om hem
weer vast te zetten.
3
1. Versnellingshendel
2. Stuurarm vergrendelingshendel
3. Stelschroef
4. Stelbout
Voor afstellen van vergrendelingshendel:
1.
Hendel naar achteren draaien om verstelling los
te zetten en stuurarm in zijn laagste stand zetten.
2.
Hendelstelschroef loszetten.
3.
Stelbout (linkse draad) linksom draaien om
18
Afbeelding 14
2
4
Afbeelding 14
1