Afbeelding 19
LEKWAARSCHUWING!
1. Vloeistofpeil (warm)
2. Zoemer
3. Vlotter omlaag, schakelaar gesloten
Werking van lekdetectorsysteem als volgt
controleren
1.
Contactslot op ON zetten. MOTOR NIET
STARTEN.
2.
Dop van hydrauliektank afnemen en zeef uit
vulpijp van tank nemen.
3.
Een schoon staafje of schroevedraaier in de
vulopening van de tank zetten en de vlotter van
de schakelaar voorzichtig omlaag duwen (Afb
20). Het alarm moet na 1 seconde vertraging
hoorbaar worden.
Afbeelding 20
1. Stang of schroevendraaier reinigen
2. Zoemer
3. Vlotter van schakelaar omlaag duwen
4.
Vlotter loslaten; alarm moet stoppen.
1
3
5.
Zeef en dop van hydrauliektank terugzetten.
Contactslot op OFF zetten.
Gereedmaken van de machine
voor maaien
Om de machine voor opeenvolgende maaigangen uit
te lijnen, het volgende uitvoeren op de vangbakken va
de maaieenheden nr 2 en nr 3:
1.
Ongeveer 12cm van de buitenrand van elke
vangbak naar binnen meten.
2.
Parallel met de buitenrand van elke vangbak een
strook witte tape vastplakken of een witte verflijn
aanbrengen (Afb. 21).
Oefenperiode
Alvorens greens met de GREENSMASTER 3100 te
gaan maaien, wordt aangeraden dat u een open ruimte
opzoekt en u oefent in starten, stoppen, omhoog en
omlaag zetten van maaieenheden, nemen van bochten
enz. Dit helpt om met vertrouwen in de prestaties van
de GREENSMASTER 3100 te gaan werken.
BELANGRIJK. Als men schakelt op de 2e
versnelling tijdens maaien van greens, heeft dit geen
verhoging van de snelheid tot gevolg. Bij bedienen
van de hefpedaal volgt dan echter een plotselinge
toename in snelheid. Voor grotere veiligheid,
uitsluitend maaien in de 1e versnelling en de 2e
uitsluitend voor transport gebruiken.
Voor het maaien
Controleer of er rommel op het gazon ligt, verwijder
de flag van de cup, en bepaal in welke richting u het
beste kunt maaien. Ga hierbij uit van de voorgaande
maairichting. Maai altijd in een andere maaipatroon
2
dan het vorige, zodat de grassprieten minder snel plat
gaan liggen en moeilijker tussen de messen van de
messenkooi en de snijplaat kunnen komen.
Maaiprocedures
1.
Naar het gras toe rijden met de vernellingshendel
in stand 1. Begin op de rand van het gras. Op een
van de randen van het gras beginnen, zodat men
22