Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Toro GREENSMASTER 3100 Gebruikershandleiding pagina 23

Verberg thumbnails Zie ook voor GREENSMASTER 3100:
Inhoudsopgave

Advertenties

strooksgewijze maaien kan. Hierbij wordt
samenpersing tot een minimum beperkt en een
net, aantrekkelijk patroon op het gras gemaakt.
BELANGRIJK: Bij het naderen van het gras,
overschakelen op stand 1 omdat de snelheid van
de machine automatisch verminderd wordt
wanneer de maaieenheden in werking gesteld
worden. Bij ontkoppelen van de maaieenheden
wordt de snelheid automatisch weer verhoogd.
2.
Maaipedaal indrukken wanneer de voorrand van
de bangbakken over de buitenrand van het gras
heen loopt. Door deze procedure worden de
maaieenheden op het gras neergelaten en de
kooien gestart.
Opm.: De kooi van maaieenheid nr. 1 (achter)
wordt pas gestart als alle maaieenheden op de
grond neergelaten zijn en maaieenheden nr. 2 en
3 aan het maaien zijn.
BELANGRIJK: Niet vergeten dat de kooi van
maaieenheid nr. 1 later ingeschakeld wordt; men
dient daarom te oefenen om de maaieenheden op
het juiste ogenblik neer te laten om bijwerken
zoveel mogelijk te beperken.
3.
Bij terugrijden zo weinig mogelijk op de
daarvoor gemaaide strook overlappen. Om in een
rechte lijn te blijven maaien en de machine op
dezelfde afstand van de daarvoor gemaaide
strook te houden het oog langs een imaginaire
vizierlijn op een punt 2 à 3 meter vóór de
machine op de rand van het ongemaaide gras
richten (Aft. 21). Sommige mensen vinden het
handig om de buitenrand van het stuurwiel als
deel van het vizier te gebruiken, d.w.z. de rand
van het stuurwiel uitgelijnd houden met een punt
dat altijd op dezelfde afstand van de voorkant
van de machine gehouden wordt (Aft. 21).
4.
Als de voorkant van de vangbakken over de rand
van het gras heen rijdt, hefpedaal indrukken.
Hierdoor worden de maaikooien gestopt. De
juiste tijd van deze manoeuvre is van belang om
te voorkomen dat de randstrook gemaaid wordt.
Men moet echter zoveel van het gras maaien als
mogelijk om de later te maaien randstrook zo
klein mogelijk te houden.
5.
Om werktijd te bekorten en uitlijnen voor de
volgende strook gemakkelijker te maken, de
machine eerst even in de tegenovergestelde
richting draaien, en dan pas in de richting van het
ongemaaide deel; d.w.z. als men rechts draaien
wil, eerst iets naar links zwaaien en dan naar
rechts. Hierdoor wordt de machine sneller
uitgelijnd voor de volgende strook. Dezelfde
procedure volgen als men de andere kant uit
draaien wil. Het is een goede gewoonte om de
bocht zo klein mogelijk te houden. Tijdens warm
weer echter grotere bochten maken om te
voorkomen dat de grasmat gekneusd wordt.
2
1. Uitlijningstrook
2. Ongeveer 12cm
3. Gras aan rechterkant maaien
4. Ogen op een punt 2 à 3meter vóór de machine richten
Opm.: De werking van de stuurbekrachtiging is
zodanig dat het stuurwiel na het nemen van een
bocht niet automatisch naar zijn oorspronkelijke
stand terugkeert
BELANGRIJK: Nooit op een green stoppen
terwijl de maaieenheden draaien, daar dit de
grasmat beschadigen kan. Stoppen op nat gras
met de Greensmaster 3100 kan sporen of
indrukken van de wielen achterlaten.
6.
Als tijdens het maaien van een green het
lekdetector alarm hoorbaar wordt, de
maaieenheden onmiddellijk omhoog zetten en
onmiddellijk van het gras af rijden en de motor
op een plek buiten de green stoppen. De oorzaak
van het alarm onderzoeken en het probleem
herstellen.
BELANGRIJK: Langdurig stationair draaien
van de machine na zwaar gebruik kan een vals
alarm in het lekdetectorsysteem veroorzaken als
gevolg van het inkrimpen van de olie terwijl deze
23
4
3
1
Afbeelding 21

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

04356

Inhoudsopgave