8.4
Schuifstand via de afdraai-inrichting bepalen (optioneel)
Werkbreedte:
Strooihoeveelheid:
Werksnelheid:
Schuifstand:
1. Bevestig de opvangbak (Afb. 58/1) met
behulp van de beugel (Afb. 58/2) aan de
glijgoot (Afb. 58/3). Klik de opvangbak in de
klem (Afb. 58/4 u. Afb. 57/1) vast.
2. Open de zijschuif (Afb. 58/5) van de glijgoot
gedurende ca. 5 sec. met behulp van het
touw (Afb. 58/6) volledig (om een
gelijkmatige uitstroom van mestkorrels te
waarborgen). Gooi de opgevangen
hoeveelheid mestkorrels vervolgens terug
in de strooier.
3. Lees aan de achterzijde van de rekenschijf
(Afb. 59/1) voor de gewenste werkbreedte
18 m de noodzakelijke meetafstand 27,75
m voor 1/40 ha bestrooid oppervlak af.
4. Meet de meetafstand op het veld
nauwkeurig af. Markeer het begin- en
eindpunt.
5. Rijd de meetafstand nauwkeurig van begin-
tot eindpunt onder veldomstandigheden,
d.w.z. met de vooraf bepaalde, constante
werksnelheid (10 km/uur) en een
aftakastoerental van 540 t/min (tenzij voor
de werkbreedte-instelling in de strooitabel
iets anders is aangegeven). Open hierbij de
zijschuif van de glijgoot met behulp van een
touw vanaf de tractor precies op het
beginpunt van de meetafstand volledig (tot
aan de aanslag opentrekken) en sluit de
zijschuif op het eindpunt.
6. Weeg de opgevangen hoeveelheid
mestkorrels, bijv. 17,5 kg.
BAG0092.0 02.07
Gebruik bij het bepalen van de schuifstand met behulp van de
afdraai-inrichting de bij de speciale uitvoering meegeleverde
rekenschijf! (op de middelste, gekleurde schaal bevindt zich positie
"K".)
Bij het bepalen van de schuifstand blijven beide schuiven van de
doorlaatopeningen gesloten en de aftakas uitgeschakeld.
VOORZICHTIG
Plaats op de schuif van de afdraai-inrichting waar vingers
bekneld kunnen raken!
18 m
400 kg/ha
10 km/uur
?
Afb. 57
Afb. 58
Instellingen
87