Opbouw en werking
5.4
Agitator
Spiraalvormige roerassen in de trechterpunten
(Afb. 18/1) zorgen voor een gelijkmatige stroom
mestkorrels op de strooischijven. De langzaam
roterende, spiraalvormige segmenten van de
agitator transporteren de mestkorrels gelijkmatig
naar de betreffende uitwerpopening.
5.5
Sluitschuiven en doseerschuiven
Doseerschuiven
Het instellen van de strooihoeveelheid vindt als
volgt plaats:
•
elektronisch met behulp van de
boordcomputer.
Daarbij geven de door servomotoren (Afb.
19/1) bediende doseerschuiven (Afb. 19/2)
verschillende openingsbreedten voor de
doorlaatopeningen (Afb. 19/4) vrij.
•
handmatig via de stelhefboom (Afb. 20/1)
door het instellen van verschillende
openingsbreedten voor de
doorlaatopeningen (Afb. 19/4). De telkens
hiervoor benodigde schuifstand wordt
berekend aan de hand van de informatie in
de strooitabel of met behulp van de
rekenschijf.
Sluitschuiven
Het openen en sluiten van de doorlaatopeningen
wordt door twee andere schuiven (Afb. 19/3)
geregeld.
Schuif sluiten:
•
hydraulisch (Afb. 19/5)
Schuif openen:
•
met trekveer (Afb. 19/6)
•
hydraulisch (optie)
42
Afb. 18
Afb. 19
Afb. 20
BAG0092.0 02.07