58
Spiegelbeeld programmeren
Voorbeeld: Steekpatroon nr. 57 en (modus 3) en het spiegel-
beeld ervan
Selecteer steekpatroon 57 (modus 3). Druk op de geheu-
gentoets.
Selecteer steekpatroon 57 (modus 3).
Druk op de spiegelbeeldtoets. In de LCD-display wordt het
spiegelingspictogram
weergegeven. Druk op de geheu-
gentoets.
Begin met naaien. Er wordt een reeks patrooncombinaties
genaaid.
Druk op de toets Automatisch afhechten
naait het huidige patroon en beëindigt de naaibewerking
met een paspelsteek.
OPMERKING:
Op de volgende steekpatronen kan geen spiegeling wor-
den toegepast:
Modus 1:
Steekpatronen 1, 3, 7, 8, 9 en 0.
Modus 2:
Steekpatronen 01, 03, 07 t/m 11,
15 t/m 16 en 22 t/m 30.
Modus 3:
Steekpatronen 01 t/m 03, 59, 61 t/m
63,
91 en 92.
Modus 4, 5 en 6:
Alle steekpatronen.
91 92
Alle steekpatronen.
. De machine