Schelpsteek
Steekpatroon:
Draadspanning:
Naaivoet:
*
U kunt ook steekpatroon 47 of 57 in modus 3 gebruiken.
Naai circa 1 cm (3/8˝) vanaf de stofrand.
Knip de buitenkant van de steken af zoals in de afbeelding. Let
daarbij op dat u de draad niet doorknipt.
Smokwerk
Steekpatroon:
Draadspanning:
Naaivoet:
Smokwerk is een filigraan decoratief element op kinderkleding of
damesblouses.
Kies een zachte, dunne stof zoals batist, gingham of challis. Knip
de stof driemaal zo breed als de geschatte breedte. Naai met
steeklengte 5,0 en een draadspanning van 0 rechte steken met
een afstand van 1,0 cm (3/8˝) langs het gedeelte waarop u
smokwerk wilt toepassen.
Leg langs één rand een knoopje in de draden
OPMERKING:
Trek voordat u met naaien begint de spoeldraad naar
boven en trek een draad met een lengte van 10 tot 15 cm
(4˝ tot 6˝) naar achteren.
draad (onderdraad) vanuit de andere rand naar buiten om de
rimpelingen
gelijkmatig te verdelen. Naai de smoksteken
tussen de gerimpelde stroken.
Verwijder de rechte steken door deze uit te trekken.
Rand met verknopingen
Rimpelingen
Biezen aanzetten
Steekpatroon:
Draadspanning:
Naaivoet:
Vouw de stof met de linkerkanten samen.
Plaats de stof zodanig dat de naald 0,1 tot 0,2 cm (1/16˝) in de
gevouwen rand zakt en zet de voet omlaag.
Draai de geleiderschroef en schuif de geleider naast de vouw.
Schuif de vouw langs de geleider en naai.
Gevouwen rand
Geleiderschroef
Geleider
0,1 tot 0,2 cm
Vouw de stof open en druk de bies aan een kant naar binnen.
MODUS 3:
31
3 t/m 6
Zigzagvoet
MODUS 3:
17
3 t/m 6
Satijnsteekvoet
Open stikvoet F2
. Trek de spoel-
MODUS 1:
2
MODUS 2:
02
1 t/m 4
Blindzoomvoet
49