Inhoud ONDERDELEN VAN DE MACHINE Brugsteek Onderdelen van de machine Knopen aanzetten Standaardaccessoires Elastiek bevestigen Aanschuiftafel Verschillende knoopsgaten en de toepassing ervan Naaitafel en opbergvak voor accessoires Knoopsgat voor rekbare stoffen Naaien met de vrije arm Steekbreedte en -dichtheid voor knoopsgaten aanpassen 43 Overzicht van steken Rond knoopsgat Knoopsgat voor dunne stoffen...
Pagina 4
Balans MACHINE ONDERHOUDEN Grijperbaan en transporteur reinigen Spoelhuis installeren PROBLEMEN OPLOSSEN STEEKPATROON Overzicht modus 1-6...
BELANGRIJK GEVAAR! Neem bij gebruik van een elektrisch apparaat Ter bescherming tegen elektrische schokken: beslist de volgende belangrijke veiligheidsvoor- 1. Laat de machine nooit onbeheerd achter schriften in acht: terwijl deze op de netvoeding is aangeslo- ten. Lees deze handleiding aandachtig door voordat u 2.
ONDERHOUD VAN DUB- kwalificaties worden vervangen om risico's te voorkomen. BELGEÏSOLEERDE PRO- 16. Plaats geen voorwerpen op het voetpedaal. DUCTEN 17. Vervang het lampje altijd door een lampje van hetzelfde type. Een dubbelgeïsoleerd product is uitgerust met 18. De machine mag alleen in combinatie met twee isolatie-eenheden in plaats van een aar- een voetpedaal van type YC-485-EC-1 (100- ding.
ONDERDELEN VAN DE MACHINE Onderdelen van de machine Toets Starten/stoppen Toets Achteruitnaaien Lade voor overzicht van steken Toets Automatisch afhechten Toets Naaldstopper omhoog/omlaag Toets Draadafsnijder Toets Tweelingnaald Snelheidsregelaar Aanraakgevoelig toetsenpaneel Uitsparing voor tweede kloshouder Spoelstopper Spoelpen Draadgeleidingsschijf groot Kloshouder LCD-display Bovenste draadgeleider Instelwiel voor naaivoetdruk Draadhendel...
Standaardaccessoires Zigzagvoet: A (op de machine gemonteerd) Overlockvoet: C Ritsvoet: E Satijnsteekvoet: F Blindzoomvoet: G Knoopaanzetvoet: T Open stikvoet: F2 Knoopsgatenvoet: R Naaldenset Draadgeleidingsschijf (X 2) (groot) (1 op de machine gemonteerd) Draadgeleidingsschijf (X 2) (klein) Tweede kloshouder Spoelen (X 4) (1 op de machine gemonteerd) Schroevendraaier Borsteltje Tornmesje (knoopsgatenpons)
Naaitafel en opbergvak voor accessoires Met de naaitafel wordt het naaioppervlak vergroot. Als u met de vrije arm wilt naaien, kunt u de naaitafel verwijderen. Naaitafel Opening • Naaitafel verwijderen Trek de naaitafel weg van de machine (zie afbeelding). • Naaitafel bevestigen Schuif de naaitafel zo ver in de machine totdat deze vastklikt.
VOORBEREIDING Aansluiting op de netvoeding • Voetpedaal gebruiken Schakel de hoofdschakelaar uit. Sluit de stekker van het voetpedaal op de bus van het voetpedaal aan. Bevestig de kabelstekker in de aansluiting voor het netsnoer Steek de stekker in het stopcontact .
Naaisnelheid regelen • Snelheidsregelaar Met de snelheidsregelaar kunt u de naaisnelheid naar behoefte aanpassen. Schuif de regelaar naar rechts voor een hogere naaisnelheid. Schuif de regelaar naar links voor een lagere naaisnelheid. • Voetpedaal Druk het voetpedaal in om de machine te starten. Hoe dieper u het voetpedaal indrukt, hoe sneller de machine werkt.
Bedieningstoetsen van de machine • Toets Starten/stoppen Zet de naaivoethendel omlaag. Druk op de toets Starten/stoppen om de machine te starten. De machine start en de eerste steken worden langzaam gemaakt. Vervolgens loopt de machine met de snelheid die u met de snelheidsregelaar hebt ingesteld.
Pagina 13
• Toets Naaldstopper omhoog/omlaag Druk op de toets Naaldstopper omhoog/omlaag om de naald omhoog of omlaag te zetten. • Toets Draadafsnijder Druk op de toets Draadafsnijder om de draden na het naaien af te knippen. Het pictogram Draadafsnijder knippert terwijl de machine de draden afknipt.
Aanraakgevoelig toetsenpaneel Modustoets Bij het inschakelen van de hoofdschakelaar wordt de modus voor het direct selecteren van een steekpatroon (modus 1) automatisch vastgelegd. Druk op de modustoets om een andere modus te activeren. Zie pagina 24. Verwijdertoets Druk op de verwijdertoets om de opgeslagen steekpatronen te verwijderen.
Naaivoethouder verwijderen of bevestigen VOORZICHTIG: Schakel de hoofdschakelaar uit voordat u de naai- voethouder verwijdert of bevestigt. • Naaivoethouder verwijderen Verwijder de stelschroef door deze met een schroeven- draaier tegen de klok in te draaien. • Naaivoethouder bevestigen Houd het gat in de naaivoethouder tegenover het schroefgat in de voetstang.
Naaivoethendel Met de naaivoethendel zet u de naaivoet omhoog en omlaag. Het is mogelijk om de naaivoet circa 0,6 cm (1/4˝) boven de normale hoge positie zetten, zodat u deze eenvoudig kunt ver- wijderen of zware stoffen gemakkelijker onder de voet kunt plaatsen.
Naald vervangen VOORZICHTIG: Schakel de hoofdschakelaar uit voordat u de naald ver- vangt. Schakel de hoofdschakelaar uit. Draai het hand- wiel tegen de klok in om de naald in de hoogste positie te zetten en zet de naaivoet omlaag. Verwijder de naaldbe- vestigingsschroef door deze tegen de klok in te draaien.
Spoel opwinden en plaatsen • Spoel verwijderen Schuif de ontgrendelingstoets van het afdekklepje van de grij- per voorzichtig naar rechts en verwijder het afdekklepje. Verwijder de spoel. Ontgrendelingstoets van afdekklepje van grijper Afdekklepje van grijper Spoel OPMERKING: Gebruik de kunststof spoel "J" voor de horizontale grijper (gemarkeerd met "J ).
Pagina 19
• Spoel opwinden OPMERKING: Zet de snelheidsregelaar in de positie voor de snelste spoelopwinding. Trek de draad van het klosje en leg deze zoals afgebeeld om de spanningschijf van de spoelwinder. Spanningschijf van spoelwinder Geleid de draad van binnen naar buiten door de opening in de spoel.
Pagina 20
• Spoel plaatsen Plaats een spoel in het spoelhuis. Controleer of de draad tegen de klok in wordt afgewikkeld. Uiteinde van draad Voer de draad door de eerste inkeping aan de voorkant van het spoelhuis. Uitsparing Trek de draad naar links en laat deze daarbij tussen de spanningsveren glijden.
Machine inrijgen Zet de naaivoet weer omhoog. Druk op de toets Naaldstopper omhoog/omlaag om de draadhendel in de hoogste positie te zetten. Toets Naaldstopper omhoog/omlaag VOORZICHTIG: Schakel de hoofdschakelaar uit voordat u machine inrijgt. • Machine inrijgen Trek het uiteinde van de draad om de bovenste draadge- leider.
Pagina 22
• Inrijger VOORZICHTIG: Schakel de hoofdschakelaar uit wanneer u de inrijger gebruikt. Zet de naaivoet omlaag. Zet de naald in de hoogste positie. Trek de knop van de inrijger zo ver mogelijk omlaag. De grijper wordt van achteren door het oog van de naald geleid.
Pagina 23
• Spoeldraad omhooghalen Zet de naaivoet omhoog. Houd de naalddraad met de linkerhand losjes vast. Druk de toets Naaldstopper omhoog/omlaag tweemaal in om de naald omlaag en omhoog te zetten en de spoel- draad omhoog te halen. Toets Naaldstopper omhoog/omlaag Trek 10 tot 15 cm ( 4˝...
Steekpatroon selecteren • Modus 1 De volgende steekpatronen kunnen direct door het indrukken van de steekpatroontoetsen worden geselecteerd. 1 2 3 4 5 6 7 8 9 Voorbeeld: Selectie van steekpatroon 4 in modus 1 Bij het inschakelen van de hoofdschakelaar wordt de modus voor het direct selecteren van een steekpatroon (modus 1) automatisch vastgelegd.
Instelmodus Als u de instelmodus wilt activeren, houdt u de geheugentoets ingedrukt en schakelt u de hoofdschakelaar in totdat het beeld- scherm voor de instelmodus wordt weergegeven. In deze modus kunt u de volgende functies voor de machine definiëren. • Geluidssignaal instellen Met deze instelling kunt u het geluidssignaal in- of uitschakelen.
Activeer de instelmodus. Druk twee- of driemaal op de modustoets om naar de instelling van de toetspositie te gaan. Het scherm voor het aanpassen van de toetspositie wordt weergegeven. Ook ziet u rechts op de display "P1". Druk met een knoopsgatenpons op de positie op het aanra- kingsgevoelige toetsenpaneel van de machine.
• Spanning te laag Naalddraad (bovendraad) Spoeldraad (onderdraad) Hogere spanning instellen Voorkant (bovenkant) van de stof Achterkant (onderkant) van de stof De naalddraad is aan de achterkant van de stof zichtbaar en de steek voelt ongelijkmatig aan. Stel het wieltje op een hoger getal in om een hogere draadspanning in te stellen.
BASISPRINCIPES VAN HET NAAIEN Rechte steek naaien Steekpatroon: MODUS 1: MODUS 2: Draadspanning: 2 t/m 6 Naaivoet: Zigzagvoet • Beginnen met naaien Zet de naaivoet omhoog en plaats de stof zodanig dat deze langs een van de naadgeleidingslijnen op de steekplaat loopt (meestal 1,6 cm (5/8˝).
Pagina 29
• Steekplaat Met de naadgeleidingslijnen op de steekplaat en het afdekklepje van de grijper kunt u gemakkelijk meten hoeveel extra stof voor de naad nodig is. Met cijfers op de steekplaat wordt de afstand tussen de middelste naaldpositie en de stofrand aangege- ven.
Rechte steek Steekpatroon: MODUS 1: 1 of 2 MODUS 2: 01 of 02 Draadspanning: 2 t/m 6 Naaivoet: Zigzagvoet Deze steek wordt gebruikt voor het omzomen van bekleding, het inzetten van ritssluitingen, enzovoort. Steekpatroon 02 wordt gebruikt voor het zomen van dunne stof- fen.
Stretchsteek Steekpatroon: MODUS 1: MODUS 2: 04 of 12 Draadspanning: 3 t/m 6 Naaivoet: Zigzagvoet Dit is een smalle stretchsteek waarmee rimpeling van breisels en schuine naden wordt voorkomen, terwijl de naad volledig kan worden open- en platgedrukt. Sculptuursteek Steekpatroon: MODUS 3: Draadspanning: 3 t/m 6...
Zigzag Steekpatroon: MODUS 1: 5 MODUS 2: 05 of 13 Draadspanning: 2 t/m 6 Naaivoet: Zigzagvoet De zigzagsteek is een van de meest handige en veelzijdige steken. Deze steek kan worden gebruikt voor afwerken, stoppen, aan- brengen van applicaties en ook als decoratieve steek. OPMERKING: Gebruik bij het naaien op stretchstoffen zoals breisels, jersey of tricot een versteviging.
Genaaide zigzaksteek Steekpatroon: MODUS 1: MODUS 2: Draadspanning: 3 t/m 6 Naaivoet: Zigzagvoet Deze steek wordt gebruikt voor het afwerken van naden van synthetische en andere stoffen die snel rimpelen. De steek is ook bij uitstek geschikt voor het verfraaien en voor het repare- ren van scheuren.
Maassteek Steekpatroon: MODUS 2: Draadspanning: 3 t/m 6 Naaivoet: Zigzagvoet Plaats de stof zodanig dat een zoom van 1,5 cm (5/8˝) ontstaat. Knip een teveel aan stof direct naast de steken af. Let daarbij op dat u niet door de steken knipt. Dubbele overhandse steek Steekpatroon: MODUS 2:...
Ritssluiting inzetten Steekpatroon: MODUS 1: Draadspanning: 1 t/m 4 Naaivoet: Zigzagvoet Ritsvoet E • Ritsvoet bevestigen Plaats de pen op de ritsvoet in de gleuf van de naai- voethouder. Bevestig voor het naaien van de linkerkant van de ritssluiting de ritsvoet aan de rechterkant van de pen Bevestig voor het naaien van de rechterkant van de ritssluiting de ritsvoet aan de linkerkant van de pen...
Pagina 36
Bevestig de ritsvoet met de pen aan de rechterkant . Naai vanaf het einde van de opening van de ritssluiting door alle lagen en voer de tanden van de ritssluiting langs de voetkant. Zet de machine met een afstand van 5 cm (2˝) van de voet tot het lipje stop op de ritssluitingband.
Blinde steek Steekpatroon: MODUS 1: MODUS 2: 09 of 16 Draadspanning: 1 t/m 4 Naaivoet: Blindzoomvoet Vouw een zoom met de achterkant van de stof naar boven zodat er een extra rand van 0,4 tot 0,7 cm (1/4˝ – 7/16˝) ontstaat.
Brugsteek De steekpatronen nr. 59 t/m 62 in modus 3 zijn verlengingsste- ken waarmee na een patroon rechte steken worden ingevoegd. Voor de verlengingssteken nr. 61 en nr. 62 worden de steek- lengte en naaldpositie van een vorig patroon in de geprogram- meerde patrooncombinatie overgenomen.
Elastiek bevestigen Steekpatroon: MODUS 2: Draadspanning: 3 t/m 7 Naaivoet: Satijnsteekvoet U kunt ook steekpatroon 06 in modus 2 gebruiken. Verdeel het elastiek in kwarten en markeer het. Plaats de kwar- ten respectievelijk bij de naad middenvoor, de naad midden- achter en de beide zijnaden en steek het elastiek op de stof vast.
Verschillende knoopsgaten en de toepas- sing ervan Knoopsgat voor rekbare stoffen Dit vierkante knoopsgat wordt meestal voor middelzware tot zware stoffen gebruikt. De grootte van het knoopsgat wordt automatisch bepaald wanneer u een knoop in de knoopsgaten- voet legt. Rond knoopsgat Dit knoopsgat wordt voor dunne tot middelzware stoffen gebruikt, vooral voor blouses en kinderkleding.
Knoopsgat voor rekbare stoffen Steekpatroon: MODUS 1: MODUS 2: Draadspanning: 1 t/m 5 Naaivoet: Knoopsgatenvoet Pictogram voor knoopsgathendel • Naaien Druk op de toets Naaldstopper omhoog/omlaag om de naald omhoog te zetten. Bevestig de knoopsgatenvoet zodanig dat de pen in de gleuf van de voethouder vastklikt.
Pagina 42
Start de machine om het knoopsgat te naaien. Het knoopsgat wordt automatisch genaaid. De machine start en de eerste steken worden langzaam gemaakt. De machine naait vervolgens de achterste paspelsteek en de rechterkant. De machine naait de voorste paspelsteek en stopt vervol- gens automatisch met de naald in de hoge positie.
Steekbreedte en -dichtheid voor knoopsga- ten aanpassen • Steekbreedte aanpassen Druk op de steekbreedtetoets om de steekbreedte te wijzigen. Druk op de toets om een kleinere breedte voor het knoopsgat in te stellen Druk op de toets om een grotere breedte voor het knoopsgat in te stellen Afhankelijk van het geselecteerde knoopsgat kunt u een steek- breedte tussen 2,5 en 7,0 instellen.
Oogknoopsgat Steekpatroon: MODUS 2: Draadspanning: 1 t/m 5 Naaivoet: Knoopsgatenvoet De werkwijze is gelijk aan die voor een knoopsgat voor rekbare stoffen. Open het knoopsgat met een tornmesje en een pons Pons U kunt een steekbreedte tussen 5,5 en 7,0 instellen. Meer informatie over het wijzigen van de steekbreedte of -dichtheid vindt u op pagina 43.
Knoopsgat met verstevigingsdraad Steekpatroon: MODUS 1: MODUS 2: Draadspanning: 1 t/m 5 Naaivoet: Knoopsgatenvoet Ga op dezelfde manier te werk als voor een knoopsgat voor rekbare stoffen. Pas de steekbreedte aan de sterkte van het gebruikte garen aan. Zet de knoopsgatenvoet omhoog en bevestig een verstevigingsdraad aan het haakje aan de achterkant van de knoopsgatenvoet.
Stopsteek Steekpatroon: MODUS 2: Draadspanning: 3 t/m 6 Naaivoet: Knoopsgatenvoet • Beginnen met naaien Trek de knoophouder naar achteren. Plaats het kledingstuk onder de voet. Druk tweemaal op de toets Naaldstopper omhoog/omlaag. Beweeg de stof naar links om beide draden onder de voet te trekken. Zet de naaivoet omlaag.
Paspel Steekpatroon: MODUS 2: Draadspanning: 3 t/m 6 Naaivoet: Satijnsteekvoet De paspel dient voor het verstevigen van zakken, inzetstukken en ceintuurlussen waarvoor extra stabiliteit is vereist. • Beginnen met naaien Start de machine en naai totdat de machine automatisch stopt. De machine naait een paspel met een lengte van 1,5 cm (5/8˝).
DECORATIEVE STEKEN Vari-overlock Steekpatroon: MODUS 2: Draadspanning: 6 t/m 8 Naaivoet: Satijnsteekvoet Gebruik een dunne stof zoals tricot. Vouw de stof zoals in de afbeelding en naai op de vouw. De naald mag maar minimaal buiten de gevouwen rand steken zodat er een rand met vari-overlock ontstaat.
Schelpsteek Steekpatroon: MODUS 3: Draadspanning: 3 t/m 6 Naaivoet: Zigzagvoet U kunt ook steekpatroon 47 of 57 in modus 3 gebruiken. Naai circa 1 cm (3/8˝) vanaf de stofrand. Knip de buitenkant van de steken af zoals in de afbeelding. Let daarbij op dat u de draad niet doorknipt.
Patchworkdelen aan elkaar naaien Steekpatroon: MODUS 3: 01 en 28 Draadspanning: 3 t/m 6 Naaivoet zigzagvoet Leg de voorkanten van de patchworkdelen tegen elkaar. Selecteer steekpatroon 01 in modus 3. Naai een exacte zoom van 0,6 cm (1/4˝). Achterkant van de stof Voorkant van de stof Selecteer steekpatroon 28 in modus 3.
Fagotsteek Steekpatroon: Modus 3: Draadspanning: 3 t/m 6 Naaivoet: Satijnsteekvoet * U kunt ook steekpatroon 22, 46 of 48 in modus 3 gebruiken. Gebruik deze steek om bij het aan elkaar zetten van twee stuk- ken stof een ajoureffect en een interessanter design te maken. Vouw de afzonderlijke stofranden 1,5 cm (5/8˝) om en druk ze aan.
Franjes naaien Steekpatroon: MODUS 3: Draadspanning: 3 t/m 6 Naaivoet: Satijnsteekvoet Franjes geven tafellinnen en omslagdoeken iets speciaals. Kies voor een weefsel met een vaste vezel, zoals linnen, waaruit u eenvoudig draden kunt verwijderen. Knip de stof voorzichtig langs de richting van de draad af. Verwijder een afzonderlijke streng of draad op de plaats waar de franjes moeten beginnen.
Kruissteek Steekpatroon: Modus 3: Draadspanning: 3 t/m 6 Naaivoet: Satijnsteekvoet Open stikvoet F2 Met dit patroon maakt u kruissteken twee keer sneller dan met de hand. * Als u vóór het naaien op de toets Automatisch afhechten drukt, stopt de machine automatisch na het naaien van één eenheid van de kruissteek.
Naaien met een tweelingnaald Steekpatroon: Modus 3: 54 (voorbeeld) Draadspanning: 3 t/m 6 Naaivoet: Satijnsteekvoet Open stikvoet F2 OPMERKING: Bij het naaien van patronen met een tweelingnaald moet u de steken testen voordat u begint. Gebruik voor het naaien met een tweelingnaald de zig- zatvoet of de satijnsteekvoet.
PATRONEN EN LETTERS PROGRAM- MEREN Automatische paspelsteek programmeren Voorbeeld: Steekpatroon nr. 54 (modus 3). Selecteer steekpatroon 54 (modus 3). Druk op de geheugentoets. Selecteer steekpatroon 92 (modus 3). Druk op de geheugentoets. Plaats en naai de stof. De machine naait een paspelsteek, steekpatroon 54, weer een paspelsteek en stopt.
Patrooncombinatie programmeren Voorbeeld: Steekpatroon nr. 56, 58 en 57 (modus 3). Selecteer steekpatroon 56 (modus 3). Druk op de geheugentoets om steekpatroon 56 in het geheugen op te slaan. Op de LCD-display wordt altijd maar één steekpatroon weergegeven. Het opgeslagen steekpatroon wordt naar de linkerkant van de displays verplaatst en de cursor knippert.
Spiegelbeeld programmeren Voorbeeld: Steekpatroon nr. 57 en (modus 3) en het spiegel- beeld ervan Selecteer steekpatroon 57 (modus 3). Druk op de geheu- gentoets. Selecteer steekpatroon 57 (modus 3). Druk op de spiegelbeeldtoets. In de LCD-display wordt het spiegelingspictogram weergegeven. Druk op de geheu- gentoets.
Patrooncombinatie vanaf begin naaien Als u bent gestopt met het naaien van een patrooncombinatie en u deze nog eenmaal wilt naaien, drukt u op de geheugentoets om de patrooncombinatie vanaf het begin te naaien. Geprogrammeerde patrooncombinatie. Stop met naaien. Druk op de geheugentoets. De machine naait de patrooncombinatie vanaf het begin.
Letters programmeren In modus 4, 5 of 6 kunt u tekst programmeren door de num- mers voor de letters in te voeren. Modus 4: Letters/getallen/speciale tekens Modus 5: Europese letters met een accentteken Modus 6: Russische (Cyrillische) letters Voorbeeld: Programmering van "Deppé" Druk op de modustoets om modus 4 te activeren.
Letters verkleinen Voorbeeld: Het teken tot circa 2/3 van de oorspronkelijke grootte verkleinen. Druk op de modustoets om modus 4 te activeren. Voer het getal 22 in om de hoofdletter "L" te selecteren. Druk op de geheugentoets. Voer het getal 85 in om de letter " " te selecteren. Druk op de toets voor het aanpassen van de steekbreedte "...
Lange teksten weergeven Op de LCD-display worden altijd maar drie tekens weergege- ven. Als de volledige tekst niet wordt weergegeven, drukt u op de cursortoetsen om het beeld te laten rollen. Door het indrukken van de cursortoetsen wordt de cursor verplaatst en wordt naar links door de tekst bewogen.
Tekens (patronen) dupliceren Voorbeeld: Dupliceren van "2" in het cijfer "123" Plaats de cursor onder het teken "2". Druk op de geheugentoets om het getal "2" te dupliceren.
Steken in geprogrammeerde patronen aan- passen U kunt de steekbreedte en -lengte van geprogrammeerde steek- patronen per eenheid of afzonderlijk wijzigen. Voorbeeld: Steekbreedte per eenheid wijzigen. Activeer modus 3. Selecteer patroon 67 ( Druk op de geheugentoets. Selecteer patroon 67 ( Druk op de spiegelbeeldtoets.
Pagina 65
Voorbeeld: Steekbreedte afzonderlijk wijzigen. Activeer modus 3. Selecteer patroon 54 ( Druk tweemaal op de geheugentoets. Plaats de cursor onder het tweede steekpatroon van 54 ( Druk op de steekbreedtetoets om de steekbreedte (3,5) te wijzigen. Er wordt een reeks patronen genaaid. De steekbreedte van het geprogrammeerde patroon wordt 7 mm en 3,5 mm.
Balans De naairesultaten van stretchpatronen verschillen afhankelijk van de omstandigheden, zoals naaisnelheid, type stof en aan- tal lagen. Naai daarom eerst een stukje op een proeflapje van de stof die u wilt gebruiken. Als de stretchpatronen zijn kromgetrokken, kunt u dat met de balans corrigeren.
MACHINE ONDERHOUDEN Grijperbaan en transporteur reinigen WAARSCHUWING: Schakel de hoofdschakelaar uit en verwijder de stekker voordat u de machine reinigt. De machine mag alleen uit elkaar worden gehaald op de manier die in deze paragraaf wordt beschreven. VOORZICHTIG: Zet de machine niet weg op een plaats met een hoge luchtvochtigheid, in de buurt van een verwarming of in direct zonlicht.
Problemen en waarschuwingssignalen Als u een waarschuwingssignaal hoort en in de LCD-display een waarschuwingspictogram wordt weergeven, moet u de volgende instructies in acht nemen. Waarschuwingssignaal Oorzaak Oplossing 1. De toets Starten/stoppen wordt ingedrukt terwijl het voetpe- Trek de kabel van het voetpe- daal is aangesloten.
PROBLEMEN OPLOSSEN Storing Oorzaak Oplossing Naalddraad breekt 1. Naalddraad is niet goed ingeregen. Pagina 21, 22 2. Draadspanning is te hoog. Pagina 26, 27 3. Naald is krom of bot. Pagina 17 4. Naald is verkeerd ingezet. Pagina 17 5. Naalddraden zijn bij aanvang van het naaien niet goed onder de naaivoet Pagina 23 gelegd.