Gebruik van een nieuw kaartje
• Als u een kaartje gebruikt van een andere merk dan Olympus of een kaartje met een
andere toepassing, zoals voor een computer, dient u [FORMAT] te gebruiken om het kaartje
te formatteren.
g "MEMORY FORMAT (FORMAT) Het interne geheugen of het kaartje formatteren" (blz. 39)
Indicatie-LED's
Deze camera gebruikt verschillende LED's om de status van de camera aan te geven.
LED
Zelfontspanner-LED
Indicatie-LED Dataverkeer
Groene LED op de monitor
Gebruiksduur van de batterijen verlengen
• Door uitvoering van een van de volgende handelingen terwijl u geen foto's maakt,
kan de batterijvoeding uitgeput raken.
• Door in de stand Fotograferen herhaaldelijk automatisch scherp te stellen of de digitale
beeldstabilisatie te activeren d.m.v. het half indrukken van de ontspanknop.
• Door herhaaldelijk de zoomfunctie te gebruiken.
• [FULLTIME AF] is op [ON] gezet.
• Als u de monitor lang achtereenvolgens ingeschakeld houdt.
• Als de camera aangesloten is op een computer of op een printer.
Functies die niet vanuit menu's geselecteerd kunnen worden
• Het is mogelijk dat sommige functies niet geselecteerd kunnen worden vanuit de menu's als
de pendelknop gebruikt wordt.
• Functies die niet ingesteld kunnen worden met de huidige stand Fotograferen.
• Functies die niet ingesteld kunnen worden vanwege een functie die al is ingesteld:
[%], flitser, enz.
• Functies die niet ingesteld kunnen worden omdat de foto's die met een andere camera
zijn gemaakt, bewerkt worden.
• Sommige functies kunnen niet worden gebruikt als er geen kaartje in de camera zit.
PANORAMA / PRINT ORDER / FORMAT / BACKUP
66
NL
Indien op [Y12 SEC] gezet
De zelfontspanner-LED brandt eerst ongeveer 10 seconden continu,
knippert dan ongeveer 2 seconden en daarna wordt de foto gemaakt.
Indien op [Y2 SEC] gezet
De LED knippert ongeveer 2 seconden lang, voordat de foto
wordt gemaakt.
Knippert: Er wordt een beeld of video opgenomen of gedownload (als er
verbinding met een computer is).
• Als de indicatie-LED Dataverkeer knippert, mogen onderstaande
activiteiten niet uitgevoerd worden. Hierdoor worden de
beeldgegevens eventueel niet opgeslagen of het interne geheugen of
het kaartje onbruikbaar gemaakt.
• Open het klepje van het batterijcompartment / het kaartje.
• Verwijder de batterij.
• Lichtnetadapter aansluiten of loskoppelen.
Brandt: De scherpstelling en belichting zijn vastgezet.
Knippert: De focus en belichting zijn niet vastgezet.
• In dat geval laat u de ontspanknop los, richt het autofocusteken weer
op het onderwerp en drukt de ontspanknop opnieuw half in.
Status