3.4.3 Aansluiting van draden in de klemmenkast
Sluit de installatie aan zoals aangegeven staat op
het schema aan de binnenzijde van de klemmen-
kast.
Afb. 4
Bedradingschema
3.4.4 Gebruik van een frequentie-omvormer
U kunt driefasenmotoren aansluiten op een frequen-
tie-omvormer.
Afhankelijk van het type kan de frequentie-omvormer
ertoe leiden dat de motor meer geluid maakt. Boven-
dien kan de motor worden blootgesteld aan schade-
lijke spanningspieken.
MG 71 en MG 80 motoren hebben geen
fase-isolatie* en moeten daarom worden
beveiligd tegen spanningspieken hoger
dan 650 V (piekwaarde) tussen de aan-
sluitklemmen.
*
MG 71 en MG 80 motoren met fase-isolatie zijn
op verzoek verkrijgbaar.
Bovengenoemde storingen (geluid, schadelijke
spanningspieken) kunnen worden voorkomen door
een LC-filter te monteren tussen de frequen-
tie-omvormer en de motor.
Neem voor meer details contact op met Grundfos of
met de leverancier van de frequentie-omvormer.
4. Het product in bedrijf nemen
Als er risico van condensatie in de motor
bestaat, verwijdert u de aftapplug van de
motor voordat u de motor inschakelt en
houdt u het aftapgat openen tijdens het
gebruik. Zie afb. 3.
4.1 Niet-zelfaanzuigende pompen
Schakel de pomp niet in voordat deze
gevuld is met vloeistof.
6
4.1.1 Vullen met vloeistof
LET OP
Hete of koude vloeistof
Licht of middelzwaar persoonlijk letsel
- Draag een persoonlijke veiligheidsuit-
rusting.
- Let op de richting van de ontluchting-
klep bij het vullen van de pomp met
vloeistof en het ontluchten hiervan.
- Zorg ervoor dat niemand gewond kan
raken door uitstromende vloeistof.
Let op de richting van de ontluchtingsklep
tijdens het vullen met vloeistof en het ont-
luchten. Zorg ervoor dat de ontsnappende
vloeistof geen schade kan toebrengen aan
de motor of andere onderdelen.
1. Sluit de afsluiter aan de perszijde van de pomp.
2. Open de afsluiter in de aanzuigleiding volledig,
alvorens de pomp in te schakelen.
3. Verwijder de vuldop. Zie afb. 5.
4. Vul het pomphuis en de aanzuigleiding volledig
met vloeistof, totdat de vloeistof gelijkmatig uit de
vulopening stroomt.
5. Bevestig de vuldop en draai deze vast.
6. Start de pomp en open langzaam de afsluiter aan
de perszijde, terwijl de pomp draait. Dit zorgt
voor ontluchting en drukopbouw tijdens het
opstarten.
De afsluiter aan de perszijde moet direct
na het inschakelen van de pomp worden
geopend. Anders kan de temperatuur van
de verpompte vloeistof te hoog worden en
schade aan de apparatuur veroorzaken.
Vulplug
Aftapplug
Afb. 5
Positie van vulopening en aftapgat
Als het moeilijk is voor de pomp om druk
op te bouwen, dan kan het noodzakelijk
zijn om stappen
1
t/m
6
te herhalen.