Inhoudsopgave
Advertenties
2 Regelmedium, inzetbereik
Drukregelaar voor instelwaarden van 0,05 tot 28 bar · Ventielen in nominale diameters
DN 15 tot 100 · Nominale druk PN 16 tot 40 · voor vloeibare, gas- en dampvormige media
tot 350 °C
Het ventiel sluit zich als de druk na het ventiel stijgt.
ATTENTIE!
De regelaar type 41-23 is geen veiligheidsventiel. Zo nodig moet een geschikte over-
drukbeveiliging in dit deel van de installatie aanwezig zijn.
2.1 Opslag en transport
De regelaar moet zorgvuldig behandeld, opgeslagen en getransporteerd worden. Bij opslag
en transport moeten de regelaars beschermd worden tegen schadelijke invloeden, zoals vuil,
vocht en vorst.
Bij een regelaar die niet meer met de hand kan worden getransporteerd, moet het hefmiddel
op de juiste plaats aan de ventielbehuizing worden bevestigd.
ATTENTIE!
Hefinstallaties, aanslagkabels of dragende elementen niet op aanbouwdelen, zoals
bijvoorbeeld stelschroeven of stuurleiding aansluiten.
3 Opbouw en werking
Vergelijk hiertoe ook afb. 1 op pagina 7.
De drukreduceer type 41-23 bestaat uit het sluitventiel type 2412 en aandrijving type 2413.
Ventiel en aandrijving worden gescheiden van elkaar geleverd en moeten volgens de opga-
ven in hfdst. 4.1 gecombineerd worden.
De regelaar moet zorgen dat de druk na het ventiel op de ingestelde waarde constant wordt
gehouden.
Het geregelde medium stroomt in de pijlrichting tussen zitting (2) en kegel (3) door het ventiel.
De stand van de ventielconus bepaalt het debiet en daarmee de drukverhouding bij het ven-
tiel. De conusstang is naar buiten wrijvingsvrij door een metalen balg (5.1) afgedicht. De
EB 2512 NL
Regelmedium, inzetbereik
5
Advertenties
Inhoudsopgave
