20 Opsporen en verhelpen van storingen
▪ Normaal gebruik zonder veelvuldig starten en stoppen van de unit.
Afhankelijk van het model, bevelen wij aan het toestel niet meer
dan 6 keer/uur te starten en te stoppen.
▪ Er wordt uitgegaan van een gebruik van 10 uur/dag en 2.500 uur/
jaar.
OPMERKING
▪ In de tabel staan de belangrijkste onderdelen.
Raadpleeg uw onderhouds- en inspectiecontract voor
meer informatie.
▪ De tabel geeft de aanbevolen onderhoudsperiodes
aan. Om de unit evenwel zo lang mogelijk te laten
meegaan, is het mogelijk dat u het onderhoud vroeger
moet uitvoeren. De aanbevolen intervallen kunnen
worden gebruikt voor het gepaste onderhoudsontwerp
voor wat betreft de budgettering van kosten voor
onderhoud en inspectie. Afhankelijk van de inhoud van
het onderhouds- en inspectiecontract, kunnen de
inspectie- en onderhoudscycli in werkelijkheid korter
zijn dan vermeld.
19.4.4
Verkorte onderhouds- en
vervangingscycli
De volgende omstandigheden kunnen aanleiding geven tot een
kortere "onderhoudscyclus" of "vervangingscyclus":
De unit wordt gebruikt op een plaats waar:
▪ Hitte en vochtigheid buiten de normale waarden schommelen.
▪ Grote
stroomschommelingen
golfvervorming, enz.) (de unit kan niet worden gebruikt als de
stroomschommelingen buiten het toelaatbare bereik vallen).
▪ Er vaak schokken en trillingen zijn.
▪ De lucht stof, zout, schadelijke gassen of olienevel zoals
zwavelzuur en waterstofsulfide bevat.
▪ Het toestel frequent wordt gestart en gestopt of lange tijd blijft
draaien (sites met airconditioning rond de klok).
Aanbevolen vervangingscyclus voor slijtageonderdelen
Onderdeel
Inspectiec
Luchtfilter
Filter met hoog rendement
Zekering
Onderdelen onder druk
OPMERKING
▪ In de tabel staan de belangrijkste onderdelen.
Raadpleeg uw onderhouds- en inspectiecontract voor
meer informatie.
▪ De tabel geeft de aanbevolen vervangingsintervallen
aan. Om de unit evenwel zo lang mogelijk te laten
meegaan, is het mogelijk dat u het onderhoud vroeger
moet uitvoeren. De aanbevolen intervallen kunnen
worden gebruikt voor het gepaste onderhoudsontwerp
voor wat betreft de budgettering van kosten voor
onderhoud en inspectie. Neem contact op met uw
dealer voor meer informatie.
INFORMATIE
Het is mogelijk dat schade veroorzaakt door het
demonteren of schoonmaken van de binnenkant van units
door iemand anders dan onze erkende dealers niet onder
de garantie valt.
Uitgebreide handleiding voor de installateur en de gebruiker
54
(spanning,
frequentie,
Onderhoudscyclus
yclus
(vervangingen en/of
reparaties)
1 jaar
5 jaar
1 jaar
10 jaar
Neem ingeval van
corrosie contact op met
uw plaatselijke verdeler.
20
Opsporen en verhelpen van
storingen
Als zich één van de volgende problemen voordoet, neem dan
onderstaande maatregelen en neem contact op met uw dealer.
WAARSCHUWING
Stop de werking en schakel de voeding uit als er zich
iets abnormaals voordoet (brandgeur, enz.).
Als u de unit onder dergelijke omstandigheden laat
werken, kan dit leiden tot een defect, elektrische schok of
brand. Neem contact op met uw dealer.
Alleen een erkend servicetechnicus mag het systeem repareren:
Storing
Als een beveiliging zoals een zekering,
onderbreker of aardlekschakelaar vaak
in werking treedt, of als de AAN/UIT-
schakelaar niet goed werkt.
Als water uit de unit lekt.
De bedrijfsschakelaar werkt niet goed.
Als het unitnummer op het display van
de gebruikersinterface staat, het
bedrijfslampje knippert en de
storingscode wordt aangegeven.
Als het systeem niet goed werkt en geen van de bovenstaande
storingen in aanmerking komt, volg dan de onderstaande
procedures.
Storing
Indien het systeem
▪ Controleer
helemaal niet werkt.
stroomonderbreking is. Wacht tot de
stroom is hersteld. Als de stroom tijdens
de werking uitvalt, zal het systeem
automatisch herstarten direct nadat de
voedingsspanning is hersteld.
▪ Controleer of er geen zekering is
doorgebrand of een onderbreker in
werking is gesteld. Vervang indien nodig
de zekering of stel de onderbreker terug.
Het systeem werkt wel
▪ Controleer of de luchtinlaat of -uitlaat van
voor alleen ventileren,
de warmtewisselaarunit of de binnenunit
maar stopt meteen bij
niet geblokkeerd is. Verwijder eventuele
het verwarmen of
obstakels
koelen.
ventilatie.
▪ Controleer of
reinigen)
gebruikersinterface
"19 Onderhoud en service" op pagina 52
en "Onderhoud" in de handleiding van de
binnenunit.)
VRV IV-warmtepomp voor binneninstallatie
Maatregel
Schakel de hoofdvoeding
uit.
Stop de werking.
Schakel de voeding uit.
Verwittig uw installateur
en geef hem de
storingscode door.
Maatregel
of
er
geen
en
zorg
voor
voldoende
(tijd om luchtfilter te
op
het
display
van
de
staat.
(Zie
RKXYQ5TAY1B + RDXYQ5TAV1B
4P482266-1 – 2017.03