7 Configuratie
Wanneer uw systeem bijvoorbeeld in de koelstand staat, dan moet
bij een lage buitentemperatuur (bijv. 25°C) minder worden gekoeld
dan bij een hoge buitentemperatuur (bijv. 35°C). Op basis hiervan
begint het systeem automatisch de koelmiddeltemperatuur te
verhogen, de geleverde capaciteit te verlagen en de efficiëntie van
het systeem te verhogen.
Wanneer uw systeem bijvoorbeeld in de verwarmstand staat, dan
moet bij een hoge buitentemperatuur (bijv. 15°C) minder worden
verwarmd dan bij een lage buitentemperatuur (bijv. –5°C). Volgens
dit
systeem
begint
het
koelmiddeltemperatuur te verlagen, de geleverde capaciteit te
verlagen en de efficiëntie van het systeem te verhogen.
Om dit te activeren in...
Koelen
Verwarmen
Hi-sensible/economic (koelen/verwarmen)
De koelmiddeltemperatuur wordt hoger/lager (koelen/verwarmen)
ingesteld dan bij basisgebruik. De nadruk voor de Hi-sensible stand
ligt op het comfortgevoel van de klant.
De selectiemethode van de binnenunits is belangrijk omdat de
beschikbare capaciteit niet dezelfde is als bij basisgebruik.
Gelieve contact op te nemen met uw dealer voor meer informatie
over Hi-sensible toepassingen.
Om dit te activeren in...
Koelen
Verwarmen
[2‑8]
2
3
4
5
6
7
[2‑9]
1
3
6
7.3.2
Mogelijke comfortinstellingen
Voor elk van de voorgaande standen kan een comfortniveau worden
geselecteerd. Het comfortniveau houdt verband met de timing en de
inspanning (energieverbruik) om een bepaalde kamertemperatuur te
bereiken door de koelmiddeltemperatuur tijdelijk te veranderen om
zo de gevraagde omstandigheden sneller te bereiken.
Krachtig
Overshoot (bij verwarmen) of undershoot (bij koelen) is toegestaan
ten opzichte van de gevraagde koelmiddeltemperatuur om zo de
vereiste kamertemperatuur heel snel te bereiken. Overshoot is
toegestaan vanaf het opstarten.
▪ Bij het koelen mag de verdampingstemperatuur, afhankelijk van
de situatie, tijdelijk tot 3°C dalen.
▪ Bij het verwarmen mag de condensatietemperatuur, afhankelijk
van de situatie, tijdelijk tot 49°C stijgen.
Uitgebreide handleiding voor de installateur en de gebruiker
38
systeem
automatisch
de
Verander...
[2‑8]=0 (standaard)
[2‑9]=0 (standaard)
Verander...
stel [2‑8] in op de waarde die
overeenstemt met de vereisten
van het voorontworpen systeem
met een Hi-sensible oplossing.
stel [2‑9] in op de waarde die
overeenstemt met de vereisten
van het voorontworpen systeem
met een Hi-sensible oplossing.
T
-streefwaarde (°C)
e
6
7
8
9
10
11
T
-streefwaarde (°C)
c
41
43
46
▪ Wanneer de vraag van de binnenunits afneemt, gaat het systeem
over naar een stabiele toestand, bepaald door de bovenstaande
werkingsstand.
Om dit te activeren in...
Koelen
Verwarmen
Snel
Overshoot (bij verwarmen) of undershoot (bij koelen) is toegestaan
ten opzichte van de gevraagde koelmiddeltemperatuur om zo de
vereiste kamertemperatuur heel snel te bereiken. Overshoot is
toegestaan vanaf het opstarten.
▪ Bij het koelen mag de verdampingstemperatuur, afhankelijk van
de situatie, tijdelijk tot 6°C dalen.
▪ Bij het verwarmen mag de condensatietemperatuur, afhankelijk
van de situatie, tijdelijk tot 46°C stijgen.
▪ Wanneer de vraag van de binnenunits afneemt, gaat het systeem
over naar een stabiele toestand, bepaald door de bovenstaande
werkingsstand.
Om dit te activeren in...
Koelen
Verwarmen
Gematigd
Overshoot (bij verwarmen) of undershoot (bij koelen) is toegestaan
ten opzichte van de gevraagde koelmiddeltemperatuur om zo de
vereiste kamertemperatuur heel snel te bereiken. Overshoot is niet
toegestaan vanaf het opstarten. Het opstarten gebeurt onder de
voorwaarden bepaald door de werkingsstand hierboven.
▪ Bij het koelen mag de verdampingstemperatuur, afhankelijk van
de situatie, tijdelijk tot 6°C dalen.
▪ Bij het verwarmen mag de condensatietemperatuur, afhankelijk
van de situatie, tijdelijk tot 46°C stijgen.
▪ Wanneer de vraag van de binnenunits afneemt, gaat het systeem
over naar een stabiele toestand, bepaald door de bovenstaande
werkingsstand.
▪ De omstandigheden van het opstarten verschillen van die van de
krachtige en snelle comfortinstelling.
Om dit te activeren in...
Koelen
Verwarmen
Eco
De door de gebruiksmethode (zie hiervoor) bepaalde originele
streefwaarde van de koelmiddeltemperatuur blijft behouden zonder
enige correctie, behalve voor beschermingsregeling.
VRV IV-warmtepomp voor binneninstallatie
Verander...
[2‑81]=3.
Deze instelling wordt gebruikt in
combinatie met instelling [2‑8].
[2‑82]=3.
Deze instelling wordt gebruikt in
combinatie met instelling [2‑9].
Verander...
[2‑81]=2.
Deze instelling wordt gebruikt in
combinatie met instelling [2‑8].
[2‑82]=2.
Deze instelling wordt gebruikt in
combinatie met instelling [2‑9].
Verander...
[2‑81]=1.
Deze instelling wordt gebruikt in
combinatie met instelling [2‑8].
[2‑82]=1.
Deze instelling wordt gebruikt in
combinatie met instelling [2‑9].
RKXYQ5TAY1B + RDXYQ5TAV1B
4P482266-1 – 2017.03