Samenvatting van Inhoud voor Daikin VRV IV RKXYQ5TAY1B
Pagina 1
Montagehandleiding en gebruiksaanwijzing VRV IV-compressorunit voor binneninstallatie Montagehandleiding en gebruiksaanwijzing Nederlands VRV IV-compressorunit voor binneninstallatie RKXYQ5TAY1B...
Inhoud 6.1.1 Over lokale instellingen..........19 Inhoud 6.1.2 Toegang tot de componenten voor lokale instellingen. 19 6.1.3 Componenten voor lokale instellingen ......19 6.1.4 Stand 1 of 2 activeren ..........19 6.1.5 Gebruik van stand 1 (en standaardsituatie) ....20 1 Over de documentatie 6.1.6 Gebruik van stand 2.............
Over de documentatie Laatste herzieningen van de meegeleverde documentatie kunnen op de regionale Daikin-website of via uw dealer beschikbaar zijn. Over dit document De documentatie is oorspronkelijk in het Engels geschreven. Alle andere talen zijn vertalingen. Bedoeld publiek...
3 Over de units en opties c+d+e Leidingaccessoires voor circuit 2 (naar binnenunits) c+c1 Gas + adapter gasleiding Ø15,9 mm (Ø19,1→15,9 mm) VRV DX VRV DX VRV DX EKEXV Vloeistof Ø9,5 mm Leidingadapter (Ø19,1→22,2 mm) vereist voor het aansluiten van leidingen op de warmtewisselaarunit In het geval van VRV DX-binnenunits 2.1.2 Transport-EPS verwijderen...
4 Voorbereiding Voorbereiding De installatieplaats voorbereiden A B C X66A 4.1.1 Vereisten voor de plaats waar de compressorunit wordt geïnstalleerd ▪ Serviceruimte. Let op de volgende vereisten: ≥10 ≥10 (mm) 4 Sluit de kabel aan. Bovenaanzicht X66A Vooraanzicht VOORZICHTIG Toestel niet toegankelijk voor iedereen; installeer het op 5 Sluit keuzeschakelaar koelen/verwarmen...
4 Voorbereiding Buitendiameter Hardingsgraad Dikte (t) (Ø) De equivalente Het wordt aanbevolen om een dikkere Ø 6,4 mm (1/4") Gegloeid (O) ≥0,80 mm leidinglengte tussen de hoofdgasleiding (tussen warmtewisselaarunit en compressorunit en eerste 9,5 mm (3/8") de verste binnenunit koelmiddelaftakset) te gebruiken. 12,7 mm (1/2") bedraagt 90 m of meer Gebruik de oorspronkelijke leidingdiameter wanneer de aanbevolen...
4 Voorbereiding ▪ Deze apparatuur is conform met EN/IEC 61000‑3‑12 op 4.2.5 Lengte koelmiddelleiding en voorwaarde dat de systeemimpedantie S groter dan of gelijk aan hoogteverschil is op het interfacepunt tussen de voeding van de gebruiker en het openbare systeem. De leidinglengten en hoogteverschillen moeten voldoen aan de volgende vereisten.
5 Installatie ▪ Op een structuur. Bevestig de unit stevig met ankerbouten, Installatie moeren en vulringen (lokaal te voorzien) aan de structuur. De fundering (stalen balkframe of beton) moet groter zijn dan het in het grijs aangegeven deel. De units openen ≥800 5.1.1 Compressorunit openen...
5 Installatie 1 Verwijder het klepdeksel en zorg dat de afsluiters helemaal OPMERKING dicht zijn. Deze waarden voor het aanhaalmoment gelden alleen voor het openen van Ø19,1 mm afsluiters. Afsluiter sluiten 1 Verwijder het deksel van de afsluiter. 2 Steek een zeskantsleutel in de afsluiter en draai de afsluiter rechtsom.
5 Installatie a b c d Snijd de isolatie weg (onder de uitbreekopening). Sla op de uitbreekopening en verwijder het deel. WAARSCHUWING Verwijder de bramen. Breng reparatieverf aan op de randen en de delen rond de randen om roestvorming te voorkomen. OPMERKING Voorzorgsmaatregelen uitslaan...
5 Installatie De expansiekleppen worden geïnitialiseerd bij het inschakelen van OPMERKING de units. Dit betekent dat ze worden gesloten. Een lektest en Leidingadapter (Ø19,1→15,9 (geleverd vacuümdrogen van lokale leidingen, warmtewisselaarunit en accessoire compressorunit). Gebruik binnenunits is niet mogelijk wanneer dit gebeurt. leidingadapter om de lokale leiding (Ø15,9 ...
5 Installatie 5.4.3 Koelmiddelleiding controleren: Opstelling 5.4.4 Lektest uitvoeren Het systeem bevat 2 koelmiddelcircuits: De lektest moet in overeenstemming zijn met EN378‑2. ▪ Circuit 1: Compressorunit → Warmtewisselaarunit Op lekken controleren: Vacuümlektest ▪ Circuit 2: Compressorunit → Binnenunits 1 Vacumeer het systeem aan de vloeistof- en gasleiding Beide circuits moeten...
5 Installatie Omgevingstemperat Vochtigheid Minimumdikte OPMERKING Controleer of alle aangesloten units (warmtewisselaarunit ≤30°C 75% tot 80% RV 15 mm + binnenunits) worden herkend (instelling [1‑5]). >30°C ≥80% RV 20 mm 5.6.2 Bepalen hoeveel koelmiddel bijgevuld Op de isolatie kan condens ontstaan. moet worden ▪...
Pagina 16
5 Installatie Verdeelstuk Aansluitingen Compressorunit p < p > Circuit 1 en 2 tegelijk p < p > RDXYQ R410A R410A RDXYQ Alleen circuit 1 Weegschaal Fles R410A-koelmiddel (hevelsysteem) Vacuümpomp Alleen circuit 2 Koelmiddelvulpoort Klep A OPMERKING De koelmiddelvulpoort is aangesloten op de leiding in de Reduceerklep unit.
5 Installatie 380-415 V 220-240 V 220-240 V 5.6.4 Foutcodes bij het vullen met koelmiddel 3N~ 50 Hz 1~ 50 Hz 1~ 50 Hz INFORMATIE In het geval van een storing wordt de storingscode weergegeven 7-segmentendisplay compressorunit en op de gebruikersinterface van de binnenunit.
6 Configuratie 5.7.3 Elektrische bedrading aansluiten op de INFORMATIE compressorunit Draai de schroef op de linkerkant van de schakelkast los draai schakelkast horizontaal OPMERKING vergemakkelijken. ▪ Volg het bedradingsschema (bij de unit geleverd, op 1× het deksel van de schakelkast). ▪...
6 Configuratie DIP-schakelaars GEVAAR: GEVAAR VOOR ELEKTROCUTIE Verander de fabrieksinstellingen alleen bij installatie van een keuzeschakelaar koelen/verwarmen. Lokale instellingen uitvoeren ▪ DS1‑1: Keuzeschakelaar koelen/verwarmen (zie "3.3.1 Mogelijke opties voor de compressorunit en de warmtewisselaarunit" op pagina 6). OFF=niet geïnstalleerd=fabrieksinstelling 6.1.1 Over lokale instellingen ▪...
6 Configuratie 6.1.6 Gebruik van stand 2 In stand 2 kunt u lokale instellingen uitvoeren om het systeem te configureren. Voorbeeld: Verander de waarde van instelling [2‑8] (= T streeftemperatuur bij koelen) als volgt in 4 (= 8°C): 1~2 min Actie Knop/display Begin vanuit de standaardsituatie.
6 Configuratie Instelling Waarde / Beschrijving Instelling Waarde / Beschrijving [1‑2] Unit werkt momenteel niet met [1‑10] Hiermee kunt u gemakkelijk controleren of het stroomverbruikbegrenzing. totaal aantal geïnstalleerde units Geeft de status Geeft het totaal (warmtewisselaarunit + binnenunits) Unit werkt momenteel met van de werking aantal overeenstemt met het totaal aantal door het...
Pagina 22
6 Configuratie Instelling Waarde Beschrijving [2‑15] 30 Pa 1 (standaard) 60 Pa Instelling statische druk ventilator (in warmtewisselaarunit). 90 Pa De externe statische druk van de warmtewisselaarunit kan worden ingesteld volgens de vereisten van de kanaalleidingen. 120 Pa 150 Pa [2‑16] 0 (standaard) Gedeactiveerd. Geactiveerd. Laat de warmtewisselaarunit proefdraaien.
7 Inbedrijfstelling Instelling Waarde Beschrijving [2‑30] Niveau stroomverbruikbegrenzing (stap 1) via de externe besturingsadapter (DTA104A61/62). 3 (standaard) Deze instelling bepaalt het niveau van de stroomverbruikbegrenzing voor stap 1 als het systeem met stroomverbruikbegrenzing moet draaien wanneer een extern signaal naar de unit wordt gestuurd. Zie de tabel voor de niveaus.
7 Inbedrijfstelling Voedingsspanning Afvoer Controleer voedingsspanning lokale De afvoer moet vlot stromen. voedingspaneel. De spanning moet overeenstemmen met Mogelijk gevolg: Er kan condenswater naar beneden de spanning op het identificatieplaatje van de unit. druppelen. Aardingsbedrading Externe statische druk Controleer of de aardingskabels goed zijn aangesloten en De externe statische druk moet ingesteld zijn.
8 Opsporen en verhelpen van storingen Stap Beschrijving INFORMATIE Controle vóór het opstarten (drukvereffening) Raadpleeg de montagehandleiding van de binnenunit voor gedetailleerde storingscodes in verband met binnenunits. Opstartregeling koelen Koelen stabiel 7.3.4 Gebruik van de unit Communicatiecontrole Na de installatie van de units en het proefdraaien van de Controle afsluiter compressorunit, de warmtewisselaarunit en de binnenunits is het Controle leidinglengte...
Pagina 26
8 Opsporen en verhelpen van storingen Hoofdcode Subcode Oorzaak Oplossing Hogedrukschakelaar geactiveerd Controleer toestand van afsluiter of problemen met (lokale) leidingen of luchtstroom over Compressorunit: (S1PH) - A1P (X4A) luchtgekoelde spiraal. ▪ Te veel koelmiddel ▪ Controleer hoeveelheid hoeveelheid +bijkomende hoeveelheid unit. ▪...
Pagina 27
8 Opsporen en verhelpen van storingen Hoofdcode Subcode Oorzaak Oplossing Storing lagedruksensor Controleer aansluiting op printplaat of actuator. Compressorunit: (S1NPL): open keten - A1P (X31A) Storing lagedruksensor Controleer aansluiting op printplaat of actuator. Compressorunit: (S1NPL): kortsluiting - A1P (X31A) Transmissie buitenunit - inverter: Probleem INV1- Controleer aansluiting.
Compressor ▪ Een deel van de recentste technische gegevens is beschikbaar M1F~M3F Ventilatormotor R1T (A) Thermistor (lucht) op de regionale Daikin-website (publiek toegankelijk). R2T (A) Thermistor (gas) ▪ De volledige recentste technische gegevens zijn beschikbaar op R3T (A) Thermistor (warmtewisselaar)
12 Bediening Ontdooien Bediening Bij het verwarmen bevriest de luchtgekoelde pijpenbundel van de warmtewisselaarunit hoe langer, hoe meer, zodat steeds minder 12.1 Werkingsgebied energie kan worden overgebracht naar de pijpenbundel van de warmtewisselaarunit. De verwarmingscapaciteit neemt af en het Gebruik het systeem binnen de volgende temperatuur- en systeem moet ontdooien om nog voldoende warmte te leveren aan vochtgehaltewaarden om een veilige en efficiënte werking te de binnenunits.
12 Bediening OPMERKING Schakel de voeding niet meteen uit nadat de unit is gestopt, maar wacht minstens 5 minuten. 12.3.3 Gebruik van het ontvochtigingsprogramma (MET keuzeschakelaar koelen/verwarmen op de afstandsbediening) Starten 1 Selecteer koelen met behulp van de keuzeschakelaar koelen/ verwarmen op de afstandsbediening.
13 Onderhoud en service 12.5.2 Gebruikersinterface als master instellen Koelen Verwarmen (VRV DX) ▪ Bij continue werking met horizontale luchtstroomrichting. ▪ Tijdens continue werking met neerwaartse luchtstroom bij het 1 Druk 4 seconden op de keuzeknop voor de werkingsstand van koelen met een aan het plafond opgehangen of aan de wand de actuele master-gebruikersinterface.
14 Opsporen en verhelpen van storingen OPMERKING Opsporen en verhelpen van In Europa worden de broeikasgasemissies van de totale storingen koelmiddelvulling in het systeem (uitgedrukt in tonnen CO equivalent) gebruikt om de onderhoudsintervallen te Als zich één van de volgende problemen voordoet, neem dan bepalen.
14 Opsporen en verhelpen van storingen Storing Maatregel Hoofdcode Inhoud Het systeem werkt, ▪ Controleer of de luchtinlaat of -uitlaat van Storing thermistor gebruikersinterface (binnenunit) maar koelt of verwarmt de warmtewisselaarunit of de binnenunit Storing ventilator of afvoerpomp onvoldoende. niet geblokkeerd is. Verwijder eventuele (warmtewisselaarunit) obstakels zorg...
14 Opsporen en verhelpen van storingen 14.2.6 Symptoom: Uit het toestel komt witte rook Hoofdcode Inhoud (binnenunit) Storing in communicatie gecentraliseerde besturing - binnenunit ▪ Wanneer het vochtgehalte bij het koelen hoog is. Als de Storing automatische adressering (inconsistentie) binnenkant van een binnenunit extreem vuil is, zal de Storing automatische adressering (inconsistentie) temperatuurverdeling in de kamer ongelijk zijn.
15 Verplaatsen 14.2.12 Symptoom: Er komt stof uit de warmtewisselaarunit Wanneer een unit na een lange periode van stilstand weer wordt gebruikt. Dit komt door stof in de warmtewisselaarunit. 14.2.13 Symptoom: De units geven een geur af De unit kan geuren opnemen van kamers, meubilair, sigaretten, enz., en die dan weer afgeven.
Pagina 40
4P482265-1 0000000P 4P482265-1 2017.03...