Hoofdcode
Subcode
RKXYQ5TAY1B + RDXYQ5TAV1B
VRV IV-warmtepomp voor binneninstallatie
4P482266-1 – 2017.03
Oorzaak
Storing sensor gastemperatuur (na onderkoeling
HE)
Compressorunit: (R6T) - A1P (X30A)
Storing hogedruksensor
Compressorunit: (S1NPH): open keten - A1P
(X32A)
Storing hogedruksensor
Compressorunit: (S1NPH): kortsluiting - A1P
(X32A)
Storing lagedruksensor
Compressorunit: (S1NPL): open keten - A1P
(X31A)
Storing lagedruksensor
Compressorunit: (S1NPL): kortsluiting - A1P
(X31A)
Transmissie buitenunit - inverter: Probleem INV1-
transmissie
Compressorunit: A1P (X20A, X28A, X42A)
INV1 asymmetrische voedingsspanning
Storing instelling capaciteit warmtewisselaarunit.
Storing faseomkering voeding
Storing faseomkering voeding
INV1 voedingsspanning te laag
INV1 voeding faseverlies
Storingscode: Systeem nog niet proefgedraaid
(systeemwerking niet mogelijk)
Slechte bedrading naar Q1/Q2 of binnenunit -
buitenunit
Slechte bedrading naar Q1/Q2 of binnenunit -
buitenunit
Proefdraaien systeem abnormaal beëindigd
Waarschuwing: slechte bedrading naar Q1/Q2
Storingscode: slechte bedrading naar Q1/Q2
▪ Te veel binnenunits aangesloten op F1/F2-
leiding
▪ Slechte bedrading tussen buiten- en binnenunits
▪ Verkeerde combinatie in systeem. Verkeerde
combinatie types binnenunit (R410A, R407C,
RA, enz.). Storing binnenunit
▪ Storing warmtewisselaarunit
Meer dan 1 warmtewisselaarunit aangesloten.
▪ Verkeerd type binnenunit aangesloten.
▪ Verkeerde
combinatie
compressorunit
warmtewisselaarunit.
Verkeerde warmtewisselaarunit aangesloten.
▪ Storing
automatische
(inconsistentie)
▪ Verkeerde
combinatie
compressorunit
warmtewisselaarunit.
11 Opsporen en verhelpen van storingen
Controleer aansluiting op printplaat of actuator.
Controleer aansluiting op printplaat of actuator.
Controleer aansluiting op printplaat of actuator.
Controleer aansluiting op printplaat of actuator.
Controleer aansluiting op printplaat of actuator.
Controleer aansluiting.
Controleer of voeding binnen bereik is.
Controleer het type van de warmtewisselaarunit.
Vervang indien nodig de warmtewisselaarunit.
Corrigeer fasevolgorde.
Corrigeer fasevolgorde.
Controleer of voeding binnen bereik is.
Controleer of voeding binnen bereik is.
Laat systeem proefdraaien.
Controleer bedrading (Q1/Q2). Gebruik Q1/Q2
NIET.
Controleer bedrading (Q1/Q2). Gebruik Q1/Q2
NIET.
Laat opnieuw proefdraaien.
Controleer bedrading Q1/Q2. Gebruik Q1/Q2
NIET.
Controleer bedrading Q1/Q2. Gebruik Q1/Q2
NIET.
Controleer aantal aangesloten binnenunits en
totale capaciteit.
▪ Controleer of storing zich voordoet bij andere
binnenunits en of combinatie van binnenunits is
toegestaan.
▪ Controleer de transmissiebedrading naar de
warmtewisselaarunit.
Controleer de installatie. Slechts 1
warmtewisselaarunit kan worden geïnstalleerd.
▪ Controleer het type van de binnenunits die nu
zijn aangesloten. Als dit niet juist is, vervang ze
en
dan.
▪ Controleer
of
warmtewisselaarunit compatibel zijn.
Controleer de installatie. Sluit een juiste
warmtewisselaarunit aan.
adressering
▪ Controleer
transmissiebedrading overeenstemt met aantal
op voeding aangesloten units (controlestand) of
en
wacht tot einde initialisering.
▪ Controleer
of
warmtewisselaarunit compatibel zijn.
Uitgebreide handleiding voor de installateur en de gebruiker
Oplossing
de
compressorunit
en
de
of
aantal
units
met
de
compressorunit
en
de
45