2. Snel aan de slag
5.
Voer een Log-in wachtwoord in en druk dan op [Gereed].
6.
Druk op [Login].
Uitloggen via het bedieningspaneel (bij gebruik van het standaard
bedieningspaneel)
Deze sectie beschrijft de procedure voor het uitloggen van het apparaat wanneer Basisverificatie,
Windows verificatie, LDAP verificatie of Integratieserver verificatie ingesteld is.
• Log altijd uit als u klaar bent met het apparaat om te voorkomen dat onbevoegde personen het
apparaat gebruiken.
1.
Druk op de knop [Inloggen/Uitloggen].
2.
Druk op [Ja].
Uitloggen via het bedieningspaneel (bij gebruik van het Smart Operation
Panel)
Deze sectie beschrijft de procedure voor het uitloggen van het apparaat wanneer Basisverificatie,
Windows verificatie, LDAP verificatie of Integratieserver verificatie ingesteld is.
• Log altijd uit als u klaar bent met het apparaat om te voorkomen dat onbevoegde personen het
apparaat gebruiken.
64
CXV044