De knoppen en functies van het bedieningspaneel (bij gebruik van het standaard bedieningspaneel)
5. [Programmeren]-knop (kopieer-, Document Server-, fax- en scannermodus)
• Druk op deze knop om veelgebruikte instellingen vast te leggen of vastgelegde instellingen op te
roepen.
Zie Handige functies.
• Druk op deze knop om standaarden in te stellen voor het basisdisplay wanneer instellingen zijn
verwijderd of gereset, of onmiddellijk nadat de aan-/uitschakelaar is aangezet.
Zie Handige functies.
6. [Onderbreken]-knop
Druk deze knop in om het kopiëren te onderbreken. Zie Kopiëren / Document Server.
7. Aan/uit-indicatielampje
Het Aan/uit indicatielampje gaat branden wanneer u de aan-/uitschakelaar inschakelt.
8. [Energiespaarstand]-knop
Druk op deze knop om de slaapstand in- of uit te schakelen. Zie de handleiding Aan de slag.
Als het apparaat in de slaapstand staat, knippert de knop [Energiespaarstand] langzaam.
9. [Inloggen/Uitloggen]-knop
Druk hierop om in of uit te loggen.
10. [Gebruikersinstellingen/Teller]
• Gebruikersinstell.
Druk op deze knop om de standaard instellingen aan te passen aan uw eisen. Zie Het apparaat
aansluiten / Systeeminstellingen.
• Teller
Druk op deze knop om de tellerwaarde te bekijken of af te drukken. Zie Onderhoud en specificaties.
U kunt nagaan waar u verbruiksartikelen kunt bestellen en welk nummer u moet bellen bij storingen. U kunt
deze gegevens ook afdrukken. Zie de handleiding Onderhoud en specificaties.
11. [Vereenvoud. scherm]
Druk op deze knop om naar het vereenvoudigde scherm over te gaan. Zie de handleiding Aan de slag.
12. [ ]-toets (invoeren/bevestigen)
Druk op deze knop om de waardes te bevestigen die zijn ingevoerd of items die zijn opgegeven.
13. [Start]-knop
Druk op deze knop om te kopiëren, af te drukken, te scannen of te verzenden.
14. [Testafdruk]-knop
Druk op deze knop om een enkele set kopieën of afdrukken te maken om de afdrukkwaliteit te controleren,
voordat u meerdere sets gaat kopieëren of afdrukken. Zie Kopiëren / Document Server.
15. [Stop]-knop
Druk op deze knop om een taak die wordt uitgevoerd (zoals kopiëren, scannen, faxen of afdrukken) te
stoppen.
16. [Wissen]-knop
Druk op deze knop om een ingevoerd cijfer te wissen.
37