Onderhoud
2.
Draai de brandstoftankdop en de ont-
luchtingsschroef stevig vast.
2
1. Ontluchtingsschroef
2. Brandstoftankkap
3.
Zet de brandstofkraan in de gesloten
stand.
1. Gesloten stand
4.
Wanneer u een draagbare brandstoftank
gebruikt, koppelt u de brandstofslang los
van het brandstofslangkoppelstuk en
brengt u de kap van het brandstofslang-
koppelstuk aan. WAARSCHUWING!
Wanneer u geen draagbare brand-
stoftank gebruikt, dient u de kap van
het brandstofleidingkoppelstuk te in-
stalleren. Anders kunt u zich verwon-
den wanneer u het brandstofleiding-
koppelstuk
[DWM02411]
44
1
ZMU06844
1
ZMU06871
per
ongeluk
1. Brandstofslang
2. Kap van brandstofleidingkoppelstuk
5.
Om stuurbewegingen te voorkomen,
draait u de stuurhendelfrictieafstelling
naar rechts.
1
1. Stuurfrictieafstelinrichting
6.
Draai de stuurhendel 180° zodat hij ach-
terwaarts wijst.
raakt.
7.
Draai de knevelbouten los.
8.
Houd de draaghendel en de handgreep
op de voorkant van de onderbak vast en
til de buitenboordmotor met de hulp van
1
2
ZMU06753
1
ZMU06827
ZMU06836