DWM02312
Lekkende brandstof zorgt voor brandge-
vaar. Wanneer de buitenboordmotor lan-
ger dan enkele minuten opwaarts zal wor-
den gekanteld, draait u de ontluchtings-
schroef en de brandstoftankdop vast en
zet u de brandstofkraan in de gesloten
stand. Anders kan er brandstof uitlekken.
DCM02161
●
Volg de procedure onder "Uitschakelen
van de motor" in dit hoofdstuk op voor
het omhoogkantelen van de buiten-
boordmotor. Kantel nooit de buiten-
boordmotor omhoog terwijl de motor
loopt. Dit kan resulteren in ernstige
schade door oververhitting.
●
Kantel de buitenboordmotor niet omh-
oog door tegen de stuurhendel te du-
wen, omdat hierdoor het handvat zou
kunnen breken.
●
De buitenboordmotor kan niet worden
gekanteld als de motor in de achteruit-
versnelling staat.
DMU39552
Procedure voor het naar boven kan-
telen
1.
Zet de brandstofkraan in de gesloten
stand.
1. Gesloten stand
2.
3.
4.
1
1
5.
ZMU06871
Zet de schakelhendel in de stand neu-
traal.
1. Neutrale stand
Om stuurbewegingen te voorkomen,
draait u de stuurhendelfrictieafstelling
naar rechts.
1. Stuurfrictieafstelinrichting
Draai de ontluchtingsschroef vast.
1. Ontluchtingsschroef
Wanneer u een draagbare brandstoftank
gebruikt, koppelt u de brandstofslang los
en brengt u de kap van het brandstof-
Werking
1
ZMU06749
1
ZMU06827
1
ZMU06751
39