6.4
Beveilig de tractor/machine tegen onbedoeld starten en wegrollen
ZA-X BAG0044.8 01.21
WAARSCHUWING
Gevaar voor bekneld raken, scharen, snijden, afsnijden,
vastgrijpen, opwikkelen, naar binnen trekken, vastgrijpen en
stoten bij handelingen aan de machine door
onbedoeld zakken van de door de driepuntshydraulica van
•
de tractor opgeheven, onbeveiligde machine;
onbedoeld zakken van opgeheven, onbeveiligde
•
onderdelen;
onbedoeld starten en wegrollen van de tractor/machine
•
combinatie.
Beveilig de tractor en de machine tegen onbedoeld starten en
•
wegrollen voordat u handelingen aan de machine uitvoert.
Alle handelingen aan de machine, zoals
•
montagewerkzaamheden, instellen, verhelpen van storingen,
reinigen, uitvoeren van service en onderhoudswerkzaamheden,
zijn verboden:
ο
als de machine nog wordt aangedreven;
zolang de tractormotor met aangesloten cardanas /
ο
hydraulisch systeem loopt;
als de contactsleutel in het contactslot van de tractor zit en
ο
de tractormotor bij aangesloten cardanas / hydraulisch
systeem onbedoeld kan worden gestart.
ο
als tractor en machine niet met hun handrem en/of
wielkeggen tegen onbedoeld wegrollen zijn beveiligd;
wanneer bewegende onderdelen niet tegen onbedoeld
ο
bewegen zijn geblokkeerd.
Vooral bij deze werkzaamheden bestaat er gevaar door contact
met onbeveiligde onderdelen.
1. Breng de opgeheven, onbeveiligde machine / opgeheven,
onbeveiligde onderdelen van de machine omlaag.
Op deze wijze voorkomt u dat zij onbedoeld zakken.
→
2. Zet de motor van de tractor uit.
3. Verwijder de contactsleutel.
4. Trek de handrem van de tractor aan.
5. Beveilig de machine tegen onbedoeld wegrollen (alleen
aangekoppelde machine)
ο
op een vlakke ondergrond met de handrem (indien
aanwezig) of wielkeggen;
op een zeer ongelijke ondergrond of op hellingen met de
ο
handrem en wielkeggen.
Inbedrijfstelling
71