Opbouw en werking
5.6
Strooischijven
In rijrichting gezien:
•
linker strooischijf (Afb. 28/1) met markering
L.
rechter strooischijf (Afb. 28/2) met
•
markering R.
Strooiplaat:
•
Lang (Afb. 28/3) - waarden van de
instelschaal tussen 30 en 50.
Kort (Afb. 28/4) - waarden van de
•
instelschaal tussen 0 en 20.
De U-vormige strooiplaten zijn zodanig
gemonteerd, dat de open zijden in draairichting
wijzen en de mestkorrels opnemen.
De werkbreedte van de strooischijven kan
traploos worden ingesteld door de strooiplaten te
verdraaien.
Door omhoogklappen van de zwenkvleugels van
de korte strooiplaten (Afb. 29/1) kan zonder
gereedschap worden omgeschakeld voor een
extra bemesting. De instellingen worden
uitgevoerd aan de hand van de strooitabel. De
controle van de ingestelde werkbreedte kan
eenvoudig met de mobiele testbank (optioneel)
worden uitgevoerd.
De aandrijving van de strooischijven en de
roerwerken vindt plaats door de aandrijfas via de
aandrijving.
5.7
Agitator
De roerkoppen (Afb. 30/1) in de trechterpunten
kunnen volgens de gegevens in de strooitabel
worden gedemonteerd of
•
worden uitgeschakeld.
•
46
Afb. 27
Afb. 28
Afb. 29
ZA-X BAG0044.8 01.21