3. Smeer alle draaipunten van de hefarm en het draagframe.
Belangrijk
Zorg ervoor dat er geen knikken of
scherpe bochten in de slangen zitten en dat de slangen
van het achtermaaidek lopen zoals wordt getoond in
Fig. 20. Hef de maaidekken op en beweeg deze naar
links (uitsluitend bij Model 03201). De slangen van het
achtermaaidek mogen niet in contact komen met de
beugel van de tractiekabel. Verplaats indien nodig
aansluitingen en / of slangen.
Figuur 20
4. Leid een stabilisatieketting door de gleuf in het uiteinde
van elk draagframe. Zet de stabilisatieketting vast aan
de bovenkant van het draagframe met een tapbout, ring
en borgmoer (Fig. 21).
1
Figuur 21
1. Stabilisatieketting
Aandrijfmotoren van
maaidekken monteren
1. Plaats de maaidekken vóór de draaistangen van de
hefarmen.
2. Verwijder de gewichten en de pakking (Fig. 22) van het
binnenste uiteinde van het rechter maaidek. Verwijder
de plug uit het lagerhuis op het buitenste uiteinde van
het rechtermaaidek en monteer de gewichten en de
pakking. Ga naar het sterstuk (Fig. 23) dat is
gemonteerd in het lagerhuis.
2
Figuur 22
1. Gewichten
3. Verwijder de plug uit de lagerhuizen van de andere
maaidekken (Fig. 18).
4. Steek de O-ring (geleverd met het maaidek) op de flens
op de aandrijfmotor.
5. Monteer de motor en het sterstuk op het uiteinde van de
aandrijving van het maaidek en zet deze vast met 2
tapbouten die zijn geleverd met het maaidek.
1
Figuur 23
1. Sterstuk
2. Motor van messenkooi
20
1
2. Pakking
3
2
3. O-ring