Storingen - Oorzaken en oplossingen
8.2
Tabel met de foutcodes
Fout-
Omschrijving van de storing
code
10
Kortsluiting/onderbreking van de buitentem-
peratuurvoeler
50
Kortsluiting/onderbreking van de warmwa-
tervoeler
110
Apparaat is oververhit, veiligheidstempera-
tuurbegrenzer heeft uitgeschakeld
111
Pomp defect of thermostaatkleppen dichtge-
draaid, temperatuurschakelaar heeft aange-
sproken
119
Watertekort beveiliging vergrendeld
133
Besturings- en regelcentrale vergrendeld
Mogelijke oorzaken: gasgebrek, geen ontste-
king
154
Ketel vergrendeld
Mogelijke oorzaken: Watercirculatiehoeveel-
heid te gering, pomp transporteert niet,
lucht in de installatie
180
Schoorsteenveger-functie actief
8.3
Tabel met de onderhoudscodes
Onderhou-
Omschrijving van het onderhoud
dscode
1
Werkinguren brander overschreden
2
Aantal starten brander overschreden
3
Tijdsspanne tussen onderhoudsbeurt overschreden
8.4
Navullen van water
32
Hieronder een samenvatting van de foutcode-tabel. Bij verdere
weergegeven foutcodes a.u.b. de verwarmingsvakman informe-
ren.,
Uitleg/Oorzaak
•
Leiding naar de buitentemperatuurvoeler controleren
•
Verwarmingsvakman informeren
•
Leiding naar de warmwatervoeler controleren
•
Verwarmingsvakman informeren
•
Apparaat laten afkoelen en opnieuw starten met de
toets
„Ontgrendeling"
•
Als de fout opnieuw optreedt, verwarmingsvakman informeren
•
Thermostaatkleppen openen
•
Als de fout opnieuw optreedt, verwarmingsvakman informeren
Waterdruk controleren; bij te lage waterdruk water navullen
•
Ketel opnieuw starten met de toets „Ontgrendeling"
•
Bij vloeibaar gas: tankvulling controleren
•
Als de fout opnieuw optreedt, verwarmingsvakman informeren
•
Verwarmingsradiator ontluchten
•
Waterdruk controleren, bij te lage waterdruk water navullen
•
Bij vloeibaar gas: tankvulling controleren
•
Ketel opnieuw starten met de toets „Ontgrendeling"
Schoorsteenveger-functie deactiveren
Vul uitsluitend verwarmingswater in drinkwaterkwaliteit op. Che-
mische toevoegingen mogen niet worden gebruikt. In geval van
twijfel vraagt u uw verwarmingsvakman.
Opdat er geen lucht in de verwarmingsinstallatie terechtkomt:
Voor het aansluiten van de slang voorzichtig de waterkraan open-
draaien totdat de slang geheel met water gevuld is.
Zorg ervoor dat de afsluitkranen 1 geopend zijn.
1. De hogerendement-gasbrander via de bedrijfsschakelaar uit-
schakelen
2. Beschermkap van de ketel-vul- en aftapkraan (KFE-kraan) 3
van de verwarmingskringretourleiding afnemen
3. Slangbuisje (leveringsomvang van de afsluitset) aan KFE-
kraan 3 vastschroeven
AUGUST BRÖTJE GmbH