Programmering
26
reikt u door stapsgewijs verhogen of verlagen van de
verwarmingskarakteristiek.
°C
100
90
80
30
70
60
50
40
30
20
10
Voorbeeld: De steilheid van de verwarmingskarakteristiek is op
„1,5" ingesteld. Buitentemperatuur bedraagt 0°C:
Het gasapparaat verwarmt op een voorlooptemperatuur van ca.
50°C om de ruimtetemperatuur van 20°C te bereiken.
Desondanks vindt u het te koud. Stel de verwarmingskarakteristiek op
„2" in.
Het gasapparaat verwarmt op een voorlooptemperatuur van ca. 60°C
om de ruimtetemperatuur van 20°C te bereiken.
Ga bij het verstellen van de karakteristiek stapsgewijs te werk tot-
dat u het voor uw behaaglijkheid optimale resultaat heeft bereikt.
Verwarmingsinstallaties zijn traag! Daarom dient u steeds enkele
dagen te wachten voordat u de karakteristiek verder verstelt.
Stap
1
2
3
4
Verwarmings-
kring-
5
bedrijfsmodus-
toets
4
3,5
3
2,75
0
-10
-20
Functie
Instelniveau Eindgebruiker
oproepen.
Naar keuze
Verwarmingsgroep 1 of
Verwarmingsgroep 2
selecteren.
Karakteristiek steilheid oproe-
pen
(prog.-nr. 720, 1020).
Steilheid van de verwarmings-
karakteristiek instellen.
Programmering verlaten.
AUGUST BRÖTJE GmbH
2,5
2,25
2
1,75
1,5
1,25
1
0,75
0,5
0,25
-30
°C