Figuur 17
1. Achterplaat
2. Uitwerpbuis
3. Gaffelpen
8. Verwijder de moer en de buitenste ring waarmee
de afvoertunnel is bevestigd aan de uitwerpbuis
(Figuur 18).
Figuur 18
1. Uitwerpbuis
2. Moer en buitenste ring
9. Zet de maaihoogtehendel in de laagste stand.
10. Verwijder de bout, de ring en de moer waarmee
de uiteinden van de 2 strips aan elkaar vastzitten
(Figuur 19).
4. R-pen
5. Ringen
3. Afvoertunnel
1. Strips
2. Moer
11. Trek de strips weg van het uitwerpkanaal.
Opmerking: Verwijder de strips niet van de
maaikast. Als een strip losraakt van de maaikast,
moet u deze in de maaikast steken zoals is
aangegeven in (Figuur 20).
1. De strip in de sleuf steken
12. Verwijder het uitwerpkanaal van de maaikast.
Opmerking: Bevestig de moer en de buitenste
ring die u hebt verwijderd, aan het uitwerpkanaal
om te voorkomen dat u ze kwijtraakt.
13. Monteer de recyclerkap op de maaimachine.
14. Verbind de uiteinden van de 2 strips rond de
recyclerkap zoals wordt getoond in (Figuur 19).
15. Houd de gaten in de uiteinden van de strips recht
tegenover elkaar en zet de strips met de hand vast
aan elkaar met behulp van de bout, de ring en de
moer die u eerder hebt verwijderd.
16. Til de grasvanger op en monteer de gaffelpen, de
2 ringen en de R-pen waarmee de uitwerpbuis is
bevestigd aan de achterplaat (Figuur 20).
19
Figuur 19
3. Ring
4. Bout
Figuur 20
2. De strip wordt in de sleuf
gestoken.