Controle van de druk in de installatie
Na een alarm [18], [E19] of [E21], gerelateerd aan problemen met de lage druk van de verwarmings-
installatie, moet de juiste druk weer hersteld worden. Het is mogelijk om op twee manieren te werk
te gaan: bij de ene hoeft de mantel van de ketel niet geopend te worden om de druk te herstellen,
bij de andere wel (maar deze manier is preciezer en direct).
Normaalgesproken heeft een verwarmingsinstallatie die goed gebouwd is zelden drukherstel
nodig (in theorie nooit). Frequente drukverlagingen zijn symptomen van problemen met ver-
scheidene oorzaken of van lekken (die in het ergste geval schade aan de ruimte kunnen
veroorzaken) en moeten opgelost worden. Ook het openen van handbediende
ontluchtingskranen van de radiatoren (intentioneel of ongewild) vermindert de druk. Zorg
ervoor dat dat niet gebeurt. Controleer verder of de installatie met antivries is gevuld.
1) Met gesloten mantel (minder precies)
a) Zet de ketel in stand-by met de knop
b) haal de elektrische voeding van de ketel door de schakelaar op de voedingslijn uit te
schakelen (anders lukt de vulling niet);
c) na 20-30 seconden, de voeding weer aansluiten en de ketel weer aanzetten met de
knop
op het instrumentenbord. Het foutcode [18] zal verschijnen;
d) begin snel de vulling van de installatie middels de daarvoor bestemde mechanismen.
Wanneer de juiste druk wordt bereikt, zal het foutcode [18] verdwijnen en de ketel zal
overgaan tot de normale werking: sluit onmiddellijk het vullingsmechanisme. De ver-
richting is klaar;
e) indien het foutcode [18] niet verdwijnt en/of het foutcode [E19] of [E21] verschijnt, is er
een onvoorziene gebeurtenis opgetreden. We raden aan over te gaan tot methode 2 (met
open ketel).
2) Met open mantel (meer arbeidsintensief maar preciezer)
a) Zet de ketel in stand-by met de knop
het instrumentenbord;
b) haal de elektrische voeding van de ketel door
de schakelaar op de voedingslijn uit te schake-
len (anders lukt de vulling niet);
c) verwijder het voorste paneel van de ketel;
d) vul de installatie middels de daarvoor bestemde
mechanismen;
e) controleer met de manometer [1] of de druk de
optimale waarde van 1÷1,5 bar (minimum 0,5
bar) bereikt en sluit dan het vullings-mecha-
nisme;
f) sluit de voeding weer aan en zet de ketel weer
aan met de knop
De ketel moet nu overgaan tot de normale wer-
king en de verrichting is klaar;
g) hermonteer het voorste paneel van de ketel.
op het instrumentenbord;
op het instrumentenbord.
Instructies voor de afstelling en het onderhoud
op
1
1370_1_R00
39