Verrichtingen voor de eerste inschakeling
De uit te voeren verrichtingen voor de eerste inschakeling bestaan uit de controles van de correcte
installatie en werking en uit de eventuele nodige afstellingen:
— controleer of de gegevens op de plaat overeenkomen met die van de voedingsnetten (van
elektriciteit, water, gas);
— controleer de afwezigheid van gaslekken uit de koppelingen vóór de ketel;
— controleer of alle aansluitingen aan de ketel (water, gas, verwarmingsinstallatie en elektrische
energie) op correcte wijze worden gerealiseerd en op efficiënte wijze werken;
— controleer of de aansluitingen voor de verluchting/ventilatie aanwezig zijn en op juiste wijze
zijn gedimensioneerd en werken, zoals voorgeschreven door de geldende nationale en plaat-
selijke normen op het gebied van geïnstalleerde apparaten;
— controleer of de buis voor de rookgasafvoer conform de geldende nationale en plaatselijke
wetten en normen is, en in goede staat verkeert en goed werkt;
— controleer de juiste werking van de condensafvoerinstallatie, ook in de onderdelen buiten de
ketel, bijvoorbeeld de eventuele condensopvangmechanismen over de rookafvoerbuis: contro-
leer of de stroom van de vloeistof niet belemmerd wordt en of er geen uitstoot is van gasproducten
van de verbranding in de installatie;
— controleer of de aanvoer van de verbrandingslucht en de afvoer van de rookgassen en de
condens op juiste wijze plaatsvinden volgens de geldende nationale en plaatselijke wetten en
normen;
— controleer of de omstandigheden voor de beluchting gewaarborgd zijn, indien de ketel tussen
meubels wordt ingesloten;
— ontlucht de primaire warmtewisselaar, en ga hiervoor te werk zoals beschreven staat in de
paragraaf "Ontluchting van de primaire warmtewisselaar", verderop in dit hoofdstuk;
Controleer, alvorens de ketel in te schakelen, of de circulator niet geblokkeerd is door stil-
stand: draai de dop los in het midden van de kap om bij de rotoras te komen, en laat deze
handmatig draaien middels een schroevendraaier of een ander geschikt gereedschap.
— controleer of de verbranding op correcte wijze is afgesteld: ga hiervoor te werk zoals beschre-
ven staat in de paragraaf "Controle en afstelling van de verbranding", verderop in dit hoofdstuk;
Tijdens de indienststelling van de nieuwe ketel moet men de brander gedurende 30 minuten
laten werken alvorens over te gaan tot de controle van de verbranding, omdat in die tijd
dampen ontstaan van eventuele fabricatieresten die de analyse van de rookgassen kunnen
omvormen.
— stel het maximale vermogen in voor de geïnstalleerde verwarmingsinstallatie: ga hiervoor te
werk zoals beschreven staat in de paragraaf "Instelling MAX. vermogen verwarming", verderop
in dit hoofdstuk;
— controleer de juiste algemene werking van de ketel voor verwarming en sanitair;
— maak de nodige documentatie op en geef exemplaren van uw bevoegdheidsbewijzen aan de
eigenaar.
Instructies voor de afstelling en het onderhoud
31