Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Snelheid Van De Circulator; Toevoer Sanitair Water; Verwarmingsinstallatie; Condensafvoer - bulex MasterTWIN CONDENS Gebruiksaanwijzing En Installatiehandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

Snelheid van de circulator

De circulator heeft een schakelaar waarmee de snel-
heid verminderd kan worden, en daarmee het even-
tuele lawaai dat ontstaat door de te snelle vloeistof-
circulatie in kleine verwarmingsinstallaties te vermin-
deren.

Toevoer sanitair water

De koudwaterdruk bij de ingang mag niet hoger zijn dan 6 bar. Verder moet deze wel, voor een
optimale werking van de ketel, hoger dan 1 bar zijn. Een te lage druk bij de ingang kan een goed
drukherstel in de verwarmingsinstallatie verhinderen, en de capaciteit van warm sanitair water dat
beschikbaar is voor de ketel verminderen.
In geval van hogere druk is het NOODZAKELIJK een drukbegrenzer te plaatsen.
De hardheid van het voedingswater bepaalt de reinigingsfrequentie van de spiraalwarmtewissel-
aar. Bovendien kan de aanwezigheid van vaste resten of vuil in het water (bijvoorbeeld bij nieuwe
installaties) de werking van de ketelonderdelen schaden.
Als de waterhardheid meer dan 25°F is, moet een ontharder worden gebruikt om de waarden tot
onder de 25°F terug te brengen.

Verwarmingsinstallatie

— Omdat de druk van de verwarmingsinstallatie tijdens de werking stijgt, dient gecontroleerd te
worden of de maximale waarde niet de Maximale werkingsdruk overschrijdt (ref. tabel "Techni-
sche gegevens").
— Verbind de veiligheidsafvoeren van de ketel aan een afvoertrechter. Indien dit niet gebeurt,
kunnen de veiligheidskleppen, wanneer ze automatisch openen, de ruimte onder water laten
lopen. De fabrikant van de ketel is hiervoor niet aansprakelijk.

Condensafvoer

Steek de flexibele condensafvoerbuis in de daarvoor gereedgemaakte afvoertrechter (of een an-
dere controleerbare verbindingsinrichting), of in de afvoertrechter van de veiligheidsklep, als deze
afvoer maar geschikt is om de zure condensvloeistoffen op te vangen, zoals aangegeven in UNI
11071:2003.
De installatie moet zodanig worden gebouwd dat bevriezing van de condens vermeden wordt.
Alvorens het apparaat in werking te zetten dient gecontroleerd te worden of de condens op cor-
recte wijze kan worden afgevoerd.
Instructies voor de installatie
19

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave