I
NSTRUCTIES
VOOR DE INDIENSTSTELLING
AFSTELLING EN HET ONDERHOUD
ATTENTIE: de verrichtingen die hierna beschreven worden mogen alleen worden uit-
gevoerd door professioneel gekwalificeerd personeel.
Nadat alle maatregelen uitgevoerd zijn moet eraan gedacht worden de schroeven vast
te draaien van de drukaansluiting van de gasklep en gecontroleerd worden dat er
geen gas ontsnapt uit de drukaansluiting van het net (PIN, zie figuur gasklep ver-
derop) of uit de verbinding vóór de gasklep.
De gasklep, met uitzondering van de PIN-aansluiting en de koppelingen ervóór, werkt in
ONDERDRUK. We raden het gebruik van producten af die gaslekken kunnen detecteren
tenzij uitdrukkelijk aangegeven, omdat deze producten de gasklep kunnen binnendringen en
zo de werking kunnen schaden.
Gebruik geen vlammen om gaslekken te detecteren!
Controleer of er geen verbrandingsproducten uit de condensafvoer komen.
De condenssifon opgenomen in de ketel is voorzien van een sluitmechanisme dat droog
inschakelt. De afdichting is in ieder geval alleen gewaarborgd wanneer de sifon vloeistoffen
bevat. Daarom is het van belang dat, nadat de verrichtingen voor de eerste inschakeling zijn
afgerond, wordt gecontroleerd of de sifon vloeistoffen bevat, bijvoorbeeld door te kijken wan-
neer er vloeistof uit de condensafvoer van de ketel komt.
Controleer, alvorens de ketel aan te zetten, of de circulator niet geblokkeerd is door stil-
stand: draai de dop los in het midden van de kap om bij de rotoras te komen, en laat deze
handmatig draaien middels een schroevendraaier of een ander geschikt gereedschap.
Tijdens de indienststelling van de nieuwe ketel moet men de brander gedurende 30 minuten
laten werken alvorens over te gaan tot de controle van de verbranding, omdat in die tijd
dampen ontstaan van eventuele fabricatieresten die de analyse van de rookgassen kunnen
omvormen.
30
Instructies voor de afstelling en het onderhoud
,