Inhoudsopgave
Advertenties
Elektrische aansluitingen
ALGEMENE WAARSCHUWINGEN
De stroomtoevoer van de ketel moet worden aangesloten op een net van 220÷240V-50Hz. De
voedingsspanning moet in ieder geval binnen het interval van -15% ... +10% vallen ten opzichte van
de nominale spanning van het apparaat (230V); anders kunnen er complicaties of defecten optre-
den (
EN50165:1998 p.19.101.1
neutraal N=blauw) houdt - anders werkt de ketel niet - en aan de aardverbinding (geelgroene
kabel).
HET IS VERPLICHT om bovenstrooms van het apparaat een TWEEPOLIGE SCHAKE-
LAAR te installeren conform de geldende bepalingen. De installatie moet conform de
installatieregels en geldende bepalingen uitgevoerd worden.
Voor de algemene voeding van het apparaat door het elektriciteitsnet is het gebruik van adapters,
aftakkingen en verlengsnoeren niet toegestaan.
Als de voedingskabel vervangen moet worden, gebruik dan een van de volgende soorten kabels:
H05VVF of H05-VVH2-F. Een geaarde aansluiting volgens de geldende CEI-normen is ver-
plicht. Om de kabel te vervangen haalt u hem uit de kabelpers, opent de bescherming van het
instrumentenbord en maakt hem los van de klemmen. Handel in omgekeerde volgorde voor de
installatie van een nieuwe kabel. Wanneer de kabel aan de ketel wordt aangesloten is het absoluut
noodzakelijk:
— dat de aardgeleider ongeveer 2 cm langer is dan de andere geleiders (Fase, Neutraal);
— de kabel vast te zetten in de daarvoor bestemde kabelpers.
De elektrische veiligheid van het apparaat wordt alleen gewaarborgd wanneer het
apparaat op correcte wijze, namelijk volgens de geldende veiligheidsnormen, aange-
sloten is op een werkzame aardingsinstallatie.
Laat bevoegd personeel controleren of de elektrische installatie geschikt is voor het maximale
opgenomen vermogen van het apparaat, hetgeen staat aangegeven op de gegevensplaat, waarbij
speciaal wordt gecontroleerd of de doorsnede van de installatiekabels geschikt is voor het door het
apparaat opgenomen vermogen.
N.B.:Bulex
wijst elke aansprakelijkheid af voor schade aan per-
®
sonen, dieren of dingen die het gevolg is van nagelaten aard-
verbinding van de ketel en van veronachtzaming van de nor-
men.
Als de Kamerthermostaat of Chronotermostaat (TA) aanwezig zijn,
en/of de Buitenvoeler (SE), verbind ze dan aan de daarvoor bestemde
connector vlakbij de GASVERBINDING, zoals aangegeven in het elek-
trisch schema. Verwijder de zekeringsring als de TA wordt geïnstal-
leerd.
De klemmen TA en SE werken op laagspanning: sluit de ka-
bels ervan aan ZONDER POTENTIAAL afkomstig van het en-
kelvoudig contact van de thermostaat/chronothermostaat en/of
van de buitenvoeler. Sluit NOOIT, om geen enkele reden,
kabels aan onder spanning.
22
Instructies voor de installatie
). Het is noodzakelijk dat men zich aan de polariteiten L-N (fase L=bruin;
TA
SE
GAS
Advertenties
Inhoudsopgave
