Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Aanbouw Aan Regelventiel; Aanbouw Aan Aandrijving; Bepalen Van De Werkingsrichting - Samson 3760 Inbouw- En Bedieningsvoorschrift

Inhoudsopgave

Advertenties

Aanbouw aan regelventiel

2. Aanbouw aan regelventiel
De klepstandsteller wordt met de twee beves-
tigingsschroeven die zich in de behuizing
bevinden direct op het juk van de aandrij-
ving bevestigd, waarbij de rubberen afdich-
ting het huis t.o.v. het juk rondom afdicht.
Als toebehoren voor de montage van de
klepstandsteller is een aanbouwset nodig.
Deze bestaat uit een klembeugel, afdek-
plaat en pluggen met afdichting.
Zie de tabel op blz. 12 voor de benodigde
aanbouwset.
Bij de aanbouw aan 120 cm
en (fig. 3) moet de steldrukaansluiting aan
de zijkant (output 36) door een plug met af-
dichtslang uit de toebehoren worden afge-
sloten, waarbij het filter dat zich in de aan-
sluiting bevindt eerst moet worden verwij-
derd.
De steldruk wordt nu via het steldrukgat aan
de achterzijde van de regelaarbehuizing di-
rect via het juk naar de bijbehorende mem-
braankamer geleid.
Bij de aanbouw van de klepstandsteller
moet er op worden gelet, dat de afdichting
welke is voorzien van een filter in het gat
aan de zijkant van het juk is geplaatst.
De steldruktoevoer is afhankelijk van de
aanbouw van de klepstandsteller aan de lin-
ker- of rechterkant. Daarvoor moet de om-
schakelplaat met het overeenkomstige sym-
bool naar de puntmarkering op het juk wor-
den uitgericht.
Opmerking:Wanneer naast de klepstand-
steller een magneetventiel of iets dergelijks
aan de aandrijving wordt gebouwd, dan
moet het steldrukgat aan de achterzijde van
de klepstandsteller worden afgesloten.
Daarvoor moet de schroef, die zich in het
8
EB 8385 NL
2
aandrijving-
daaronder liggende gat bevindt worden uit-
gedraaid en in het steldrukgat worden ge-
schroefd.
De steldruk moet in dit geval vanuit de stel-
drukuitgang "output" via een benodigde
aansluitplaat (bestelnr. 1400-6820 met G
1/8 of 1400-6821 met NPT 1/8 schroef-
draad) naar de aandrijving worden geleid.
De zwarte omschakelplaat vervalt.
Bij de aandrijvingen 240 en 350 cm
4) moet de steldruk via leidingwerk naar de
steldrukaansluiting van de aandrijving wor-
den geleid.
Het daarvoor benodigde leidingwerk is als
toebehoren in de tabel op blz. 12 opgeno-
men.
Bovendien moet op de achterzijde van de
behuizing het gat voor de steldruk worden
gesloten. Daarvoor moet de schroef, die
zich in het daaronder liggende gat bevindt
worden uitgedraaid en in het steldrukgat
worden geschroefd; zie ook fig. 3.
2.1 Bepalen van de werkingsrich-
ting
De werkingsrichting van de klepstandsteller
bepaalt ook de aanbouwpositie links of
rechts aan de aandrijving; deze is in figuur
4 weergegeven. Op de klepstandsteller zelf
moet de stand van de krachtschakelaar (12)
overeenkomstig worden toegekend.
Bij een toenemend ingangssignaal p
wenste waarde) kan de steldruk p
mend (werkingsrichting direct >>) of afne-
mend (werkingsrichting invers <>) zijn.
Hetzelfde gedrag ontstaat bij een afnemend
ingangssignaal, bij werkingsrichting direct
>> resulteert een afnemende steldruk en bij
werkingsrichting invers <> een toenemende
steldruk.
2
(fig.
(ge-
e
toene-
st

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave