Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Instelling Eindschakelaar; Naderhand Inbouwen Eindschakelaar - Samson 3760 Inbouw- En Bedieningsvoorschrift

Inhoudsopgave

Advertenties

Instelling van de eindschakelaar
5. Instelling van de eindschakelaar
De uitvoering 3760-X1XXXX is uitgerust met
een inductieve eindschakelaar voor signale-
ring van bijv. een slageindstand.
Daarbij wordt de slagbeweging van de
klepstang via de stift (5) en de schakelhef-
boom (3) op de kam van de initiator overge-
dragen.
Bij het gebruik van de inductieve eindscha-
kelaar moet in het uitgangscircuit een bijbe-
horende scheidingsschakelversterker (par.
3.2.1) worden opgenomen.
De eindschakelaar wordt normaal gespro-
ken zodanig ingesteld, dat in een eindstand
een signaal wordt geactiveerd. Echter ook
iedere willekeurige tussenstand is instel-
baar.
Schakelpuntinstelling:
Voor de instelling van de eindschakelaar
moeten het aanvangsbereik en de eindwaar-
de van de klepstandsteller zijn ingesteld.
1. De gele schakelpuntindicatie (7) moet in
het gebied van de kerfmarkering (6) lig-
gen; indien nodig de instelschroef (4)
overeenkomstig bijstellen.
2. Regelventiel in de gewenste schakelpositie
brengen en de instelschroef (4) zodanig in-
stellen dat het schakelpunt wordt bereikt en
wordt gesignaleerd door de scheidingsscha-
kelversterker.
Het gebruikte schakelelement en de voor de
bediening noodzakelijke hefboom zijn in
geringe mate gevoelig voor temperatuurva-
riaties. Om betrouwbaar schakelen te waar-
borgen moet de schakelpuntafstand tussen
de mechanische aanslag (bijv. klep in zit-
ting) en het schakelpunt groter zijn dan de
verschuiving van het schakelpunt met de
18
EB 8385 NL
temperatuur.
De gebruikte eindschakelaarbezetting
(41/42 of 51/52) kan op de typeplaat aan
de binnenzijde van het deksel worden inge-
vuld.
Op de andere plat moet de eerder ingestel-
de schakelfunctie worden aangekruist, of bij
open of gesloten ventiel schakelend.
5.1 Naderhand inbouwen eind-
schakelaar
Voor het naderhand inbouwen van een
eindschakelaar is de volgende inbouwset
nodig.
Voor de pneumatische klepstandsteller
bestelnr. 1400-6929,
voor de elektropneumatische klepstandsteller
bestelnr. 1400-6930.
Voor de montage moet de klepstandsteller
van de aandrijving zijn gedemonteerd.
1. Connector van de initiatorkabel op de
aansluiting (2) op de printplaat plaat-
sen.
2. Draagplaat (8) met twee schroeven op
de aluminium plat naast de klemmen-
drager vastschroeven.
3. Klepstandsteller op aandrijving monte-
ren.
4. Hoekplaat met stift (5) op klembeugel
van de membraanstang zodanig plaat-
sen en vastschroeven, dat de stift (5) in
de uitsparing van de schakelhefboom
(3) ligt.
5. Klemmenaansluitingen + en – via kabel-
wartel of connector met de scheidings-
schakelversterker verbinden.
6. Ga voor de instelling conform par. 5 te
werk.

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave