De benodigde steldruk wordt als benodig-
de voedingsdruk conform par. 3.1.2,
blz. 13 berekend.
Aanvangsbereik (nulpunt)
bijv. 1 bar (20 mA)
1. Ingangssignaal met afstandsinsteller
(mA-bron) op 1 bar (20 mA) instellen.
2. Nulpuntschroef (5) verdraaien, tot het
regelventiel zich juist uit de uitgangspo-
sitie gaat bewegen.
3. Ingangssignaal verhogen en langzaam
weer doen afnemen tot 1 bar (20 mA),
controleren of het regelventiel bij exact
1 bar (20 mA) begint met bewegen.
4. Afwijking met nulpuntschroef (5) corri-
geren.
Eindwaarde (slag)
bijv. 0,2 bar (4 mA)
5. Wanneer het aanvangsbereik is inge-
steld, het ingangssignaal met de instel-
ler (mA-bron) op 0,2 bar (4 mA) bren-
gen.
Bij een eindwaarde van exact 0,2 bar
(4 mA) moet de klepstang stilstaan en
100% slag hebben doorlopen (houd de
slagindicatie in de gaten).
6. Wanneer de eindwaarde niet klopt,
dan moet de instelschroef (8) voor het
bereik worden versteld.
Naar het draaipunt van de hefboom
toe wordt de slag groter, van het draai-
punt af wordt deze kleiner.
Opgelet! Na verstellen van het bereik is al-
tijd opnieuw inregelen van het nulpunt
noodzakelijk.
7. Eindwaarde opnieuw controleren,
correctie herhalen tot beide waarden
kloppen.
8. Na correctie het ingangssignaal weer
op 1 bar (20 mA) instellen.
9. Nulpuntschroef (5) opnieuw verdraaien,
tot een controlemanometer in de stel-
drukleiding de benodigde steldruk)
par. 3.1.2, blz. 13) aanwijst.
Indien er geen manometer aanwezig is,
in plaats daarvan het aanvangsbereik
op 0,97 bar (19,5 mA) instellen.
Belangrijk!
Na instelling van de klepstandsteller moet
het aandrijfjuk met de afdekplaat weer wor-
den gesloten.
Let erop dat de ont- en beluchtingspluggen
op de afdekplaat in ingebouwde toestand
van het regelventiel zich aan de onderzijde
bevinden, zodat eventueel verzameld con-
denswater kan weglopen.
Bediening – Instelling
EB 8385NL
17