4. Bediening
4.1 Inbedrijfstelling
Vingertip
Afzuigslang
Eindstuk
-0,6 -0,4
-0,2
-0,8
-1,0
0
1. Wikkel de afzuigslang
2. Adapteer eventueel een afzuigkatheter met pas-
Katheter
3. Druk op de toets
4. Stel het gewenste vacuüm op de vacuümregelaar
De ACCUVAC Basic is nu bedrijfsklaar en u kunt met
de afzuiging beginnen.
af.
sende grootte voor tracheale of nasofaryngeale
afzuiging aan het eindstuk.
O/I
de spanningsindicatie en de groene LED van de
toets
branden.
O/I
U mag de ACCUVAC Basic niet inschakelen zo-
lang er nog een vacuüm aanwezig is. De pomp-
motor trekt anders bij het inschakelen een te hoge
startstroom, waardoor de zekering F2
veerd kan worden.
in. Draai de regelaar naar rechts om het vacuüm
2
te verhogen c.q. naar links om het vacuüm te ver-
lagen.
Sluit daartoe de vingertip met de stop en de zuig-
opening met de duim. Wacht tot de manometer
een constant vacuüm weergeeft. Met de
vacuümregelaar
2
instellen.
van de slanghouder
19
. De onderste groene LED van
kunt u nu de gewenste waarde
Bediening
9
geacti-
16
1
13