Het afstellen van de rolstoel
Handremmen
Om de handremmen af te stellen,
draait u de schroeven (1) aan de
bovenzijde van de klembeugel (2),
door gebruik te maken van een
5 mm inbussleutel iets los. Draai de
schroeven een ¼ slag tegen de klok
in, los. Herhaal dezelfde procedure
met de andere van de twee
schroeven (Fig. 27). Draai de
schroeven zover los tot de klem vrij
kan schuiven. Schuif de klem in de
richting van het achterwiel totdat de
rempen (3) in vergrendelde toestand
ongeveer 4 mm in de band (4) drukt.
Draai de schroeven weer vast met
een aanhaalmoment van 15 Nm.
Sommige afstellingen van de
handrem kunnen uitgevoerd worden
zonder de klem te verplaatsen. Om
af te stellen, draait u de twee
schroeven, als boven beschreven,
los. Schuif de montagepen (5)
voorwaarts of achterwaarts, en draai
de pen in de correcte hoekpositie. De
rempen moet in vergrendelde
toestand ongeveer 4 mm in de band
drukken. Draai de schroeven weer
vast met een aanhaalmoment van
15 Nm.
Waarschuwing:
Als de handremmen goed afgesteld
zijn, voorkomen zij dat de achterwielen
gaan draaien wanneer de rolstoel
stilstaat. Stel altijd de handremmen
opnieuw af wanneer u veranderingen
aangebracht heeft aan de positie van
de achteras, zodat de rempen, in
vergrendelde positie, ongeveer 4 mm
in de band drukt.
Revolution Uitgave 3
4
Fig. 27
2 6
1
2
3
5