Advertenties
⚠
WAARSCHUWING
Mogelijk gevaar voor letsels door kantelen van het werktuig!
Bij frontladers FS mag voor de scheppen- en storten-functies de zweefstand voor het werktuig niet
geactiveerd worden. Daardoor kan het werktuig ongewenst naar achteren kantelen. Ernstige
ongevallen kunnen het gevolg zijn.
De activering van de zweefstand moet bij de frontladers FS door de montage uitgesloten zijn. Indien
dit niet het geval is, moet het werk met de frontlader onmiddellijk beëindigd en de werkplaats
gecontacteerd worden om de zweefstand voor de scheppen- en storten-functies te laten
deactiveren. De frontlader mag pas opnieuw worden gebruikt als de zweefstand voor de scheppen-
en storten-functies gedeactiveerd is.
De zweefstand dient voor een betere bodemcompensatie, daar het werktuig hier de contour van de
ondergrond volgt en daarboven „zweeft".
4.3.1
Zweefstand arm
Voor de zweefstand van de arm worden de
hydraulische cilinders drukloos geschakeld,
d.w.z. naar de tank toe geopend. De frontlader
ligt door zijn eigen gewicht op de bodem.
Zweefstand arm activeren:
(1) Frontlader volledig neerlaten.
(2) Bedieningshendel helemaal naar voren
bewegen tot hij vastklikt
(zie 6.1 Bedieningselementen).
De zweefstand is geactiveerd.
4.3.2
Zweefstand werktuig
Voor de zweefstand van het werktuig moet de frontlader met Hydac-kleppen en een parallelgeleiding
uitgerust zijn en een STOLL Pro Control bezitten als bedieningselement.
De zweefstand voor het werktuig moet bij de montage vooringesteld worden in de STOLL Pro Control.
Zweefstand werktuig activeren:
(1) Frontlader neerlaten tot net boven de bodem.
(2) Bedieningshendel naar rechts bewegen en de toets T2 (groen) indrukken (zie 6.1.4 STOLL Pro
Control).
De zweefstand is geactiveerd.
45
1
1
2
2
3
3
Fig. 31
Frontlader op zweefstand
Legenda
1
Hydraulische cilinder
2
Werktuig
3
Bodem
B58FZS 0000000078 NL 007
FUNCTIES
B008
Advertenties
