10
Onderhoud en reparatie
10.1
Veiligheid
Bij onderhouds- en reparatiewerkzaamheden moet u rekening houden met extra
gevaren die zich tijdens de bediening van de machine niet voordoen.
Voer onderhouds- en reparatiewerkzaamheden altijd met extra aandacht uit.
Werk uiterst zorgvuldig en met besef van gevaren.
Laat grotere onderhoudswerkzaamheden door uw dealer uitvoeren.
Neem zeer goed nota van de volgende aanwijzingen:
Laswerkzaamheden en werkzaamheden aan de elektrische en hydraulische
installatie mogen uitsluitend worden uitgevoerd door geschoolde krachten.
Bij werkzaamheden aan de opgetilde universele strooier bestaat gevaar
voor kantelen. Beveilig de universele strooier altijd door geschikte stutele-
menten.
Bij het omhoog brengen van de universele strooier met een hefwerktuig altijd
geschikte riemen gebruiken.
Bij onderdelen die onafhankelijk worden bediend (verstelhendels, doseer-
schuiven) bestaat gevaar voor beknelling en snijden. Tijdens het onder-
houd mag niemand zich binnen het bereik van de draaiende en roterende
onderdelen ophouden.
Reserveonderdelen moeten minimaal voldoen aan de door de fabrikant vast-
gelegde technische eisen. Dit is bijv. gewaarborgd door originele reserveon-
derdelen.
Vóór alle reinigings-, onderhouds- en reparatiewerkzaamheden, evenals bij
het verhelpen van een storing de motor van de tractor uitschakelen en wach-
ten tot alle draaiende onderdelen van de machine stilstaan.
Laat de reparatiewerkzaamheden uitsluitend uitvoeren door geïnstrueerde
en geautoriseerde vakkrachten uitvoeren.
Neem ook goed nota van de waarschuwingen in hoofdstuk
pagina
3.8: Onderhoud en reparatie, pagina
5. Neem met name goed nota van de aanwijzingen in paragraaf
Onderhoud en reparatie
LET OP
LET OP
11.
10
3: Veiligheid,
87