7.1.3
De magneetkaartlezer reinigen
Voer de volgende handelingen uit om de magneetkaartlezer te reinigen.
7.2
De batterij van de betaalautomaat
De betaalautomaat wordt van stroom voorzien door een li-ion batterij en kun je mobiel gebruiken. Het
aantal transacties dat je kunt uitvoeren met een opgeladen batterij is afhankelijk van de volgende
factoren:
De leeftijd van de batterij.
De instelling voor de slaapstand (standaard ingesteld op één uur). Raadpleeg paragraaf 3.6
voor meer informatie over de slaapstand van de betaalautomaat.
De signaalsterkte, bij een goed bereik verbruikt de betaalautomaat minder energie.
7.2.1
Richtlijnen voor een optimaal gebruik van de batterij
De batterij opladen
Laad de batterij zo vaak mogelijk op. Door een volledige laadcyclus van 0% naar 100%, neemt
de maximale capaciteit meer af dan door tien korte laadcycli van 90% naar 100 %.
Laad de batterij niet op als de omgevingstemperatuur lager is dan 0°C. Door chemische
processen kan een interne kortsluiting ontstaan in de batterij.
Laad de batterij niet op als de omgevingstemperatuur hoger is dan 40°C. De batterij kan
oververhit raken waardoor de capaciteit van de batterij nadelig wordt beïnvloed.
In de batterij van de betaalautomaat zit een temperatuursensor. Dankzij deze sensor zorgt de
betaalautomaat ervoor dat de batterij niet wordt opgeladen als de omgevingstemperatuur lager
is dan 0°C of hoger dan 60°C.
Om er voor te zorgen dat de batterij statusindicator de juiste waarde weergeeft, moet je elke
drie maanden of na 80 korte laadcycli een batterij kalibratie uitvoeren (zie subparagraaf 7.2.5).
Diepontlading van de batterij
Voorkom diepontlading. Bij diepontlading (de resterende capaciteit is lager dan 10%) kan er
door chemische processen een kortsluiting ontstaan in de batterij. Als de spanning van de
batterij onder de 5,5 Volt komt zal de betaalautomaat de batterij niet meer opladen. Dit is een
beveiliging om gasvorming in de batterij te voorkomen.
In de batterij is ook een beveiligingsmechanisme aangebracht dat er voor zorgt dat bij een
diepontlading de spanning naar de betaalautomaat wordt afgesloten. Als deze situatie zich
voordoet is het niet meer mogelijk om de batterij op te laden.
Als de betaalautomaat niet gebruikt wordt, neemt de lading van de batterij na verloop van tijd af
door zelfontlading.
CID088B/09082019
1 Haal de reinigingskaart recht en met een constante
snelheid door de magneetkaartlezer van de
betaalautomaat. De reinigingskaart heeft aan beide
zijden twee reinigingsstroken. Voor het beste
resultaat haal je de kaart, zonder deze te draaien,
tweemaal door de magneetkaartlezer.
53 / 67